Het sultanaat Oman heeft alles. Een cultureel interessante hoofdstad, ruim 3.000 kilometer kustlijn, een uitgestrekte woestijn maar ook weelderige wadi’s. Een land dat tot de verbeelding spreekt, maar waar ik eigenlijk zo weinig vanaf wist. Wat blijkt? Dit is de perfecte setting voor een avontuurlijke rondreis Oman.
Over Oman
Het sultanaat Oman ligt in het Midden-Oosten, naast de Verenigde Arabische Emiraten, Saudi-Arabië en Jemen. Het is een ontzettend gastvrij land met een lange handelsgeschiedenis. De havenstad Muscat werd 150 jaar lang door de Portugezen bezet. Zij lieten er hun sporen achter, net als de Ottomanen en de Nederlandse VOC die een handelspost in Muscat had. De laatste eeuwen is Oman een sultanaat, nu onder sultan Haitham bin Tariq Al Said.

Oman is een ontzettend divers land, met steden als Muscat, Nizwa en Sur. En qua natuur? Het is gemakkelijk te denken dat alles één grote woestijn is, maar niets is minder waar. Natuurlijk heb je de uitgestrekte woestijn met bedoeienenkampen en kamepen, maar je hebt ook weelderig begroeide wadi’s waar je doorheen wandelt en zwemt. Op de stranden kun je zien hoe schildpadden hun eieren leggen en op zee zie je misschien wel dolfijnen. Kleurrijke vissen spot je sowieso. En wist je dat Oman een eigen Grand Canyon heeft? In deze uitgebreide blog lees je alles over mijn reisroute door Oman. Lees ook over de hoogtepunten van Oman.
Dag 1 Muscat verkennen
Ik heb 10 dagen de tijd om met een klein groepje reizigers Oman te ontdekken. Met dank aan Jacomijn van zinvolreizen.nl, die de reis samen met lokale gids Abdullah van Blue Skies of Oman heeft opgezet. Abdullah is ook degene die ons opwacht wanneer we midden in de nacht landen op het vliegveld van Muscat. We pakken nog een paar uur slaap mee in het hotel en hierna starten we de reis met het verkennen van Muscat.

Waar iedereen de plaatselijke vismarkt binnen stapt, loop ik (als vegetariër en geen liefhebber van vis) door naar de haven. Hier ligt het enorme jacht van de sultan. Een megalomaan jacht dat schittert in de zon. Ik zou toch kiezen voor de dhows, de houten bootjes die letterlijk in de schaduw vallen van het jacht, maar die ik eigenlijk veel mooier vind.

Mutrah Fort
Ik wandel over de Corniche, de boulevard langs de kustlijn, en sluit me vervolgens weer aan bij de groep. Gezamenlijk bezoeken we de souk waar je werkelijk alles kunt kopen. “Kom, kom” wordt er overal geroepen. “Bekijk mijn producten!” Straatkatten scharrelen over de grond terwijl wij heerlijk vers granaatappelsap drinken aan de Corniche. Hierna klimmen we omhoog om de restanten van Mutrah Fort te bezoeken. Het fort werd in 1580 gebouwd door de Portugezen en heeft een strategisch en voor ons prachtig uitzicht over de oceaan en over de daken van de stad.


De klim naar boven is pittig, de eerste dag blijft het nog even wennen aan de hoge temperaturen in Oman. Daarom bekijken we vandaag alleen nog het paleis van de Sultan. Over een lange boulevard omgeven door bloembedden en overheidsgebouwen die zijn opgetrokken uit wit marmer, lopen we naar het paleis. En dan zit de eerste dag erop. Op naar het Muscat Dunes Hotel.


Dag 2 Sultan Qaboos-Moskee in Muscat en Wadi Tiwi
Sultan Qaboes-Moskee
De dag start met het inpakken van de 4×4. Al met al hebben we toch flink wat bagage bij ons, maar gelukkig kan een deel ervan op het dak van de auto. En dan begint de rondreis Oman echt met een bezoek aan de Sultan Qaboes-Moskee in Muscat. Het is onmogelijk niet onder de indruk te raken van de moskee. Het immense gebouw is opgetrokken uit het mooiste marmer uit Carrara, Turkije en Iran en op de vloeren liggen prachtige handgeknoopte tapijten. Het is het religieuze hart van de stad, het land misschien ook wel. Terwijl we deze bijzondere plek ontdekken vertelt Abdullah ons over de betekenis van het geloof in Oman.




Hawiyat Najm Park
De eerste stop buiten de hoofdstad is het Hawiyat Najm Park met de Bimmah Sinkhole. Via een lange trap lopen we het sinkhole in. Het water is zo blauw dat het smeekt om een duik. Kleine vogels verschansen zich in de rotsen boven me, ik hoor ze constant kwetteren. Zodra ik het helderblauwe water in stap beginnen kleine visjes aan mijn voeten te knabbelen.

Voor we verder rijden naar de wadi, is het eerst tijd voor lunch. We stoppen in een klein dorpje dichtbij de kust. Een paar huisjes, geiten die over de straat en zandwegen lopen en veel zwerfkatten. Veel meer is hier niet. Het restaurant met zijn golfplaten dak en kleine – niet al te schone- overdekte terras zou je waarschijnlijk snel voorbij rijden, als je geen gids bij je had. Maar Abdullah garandeert ons dat je juist hier heerlijk kunt lunchen, en hij heeft gelijk. Na een verse granaatappelsap en een egg shakshuka gaan we weer verder.

Wadi Tiwi
Over een weg die niet zou misstaan in het programma De gevaarlijkste wegen van de wereld, gaan we hoger en hoger de bergen in. Moeiteloos weet Abdullah over de steile en kronkelige weg te manoeuvreren. Onderweg heb ik prachtig uitzicht op de omgeving, al moet ik zo nu en dan echt voor me kijken om niet autoziek te worden van alle haarspeldbochten. Na een rit van ruim een half uur parkeert Abdullah de auto en gaan we te voet verder.



Een kleine jongen die op zijn blote voeten behendig van steen naar steen springt wil ons wel de weg wijzen naar de Wadi Tiwi, een rivierdal tussen de rotsen. Tussen de bananenbomen en sinasappelbloesem klauteren we omlaag. Over de meest steile delen zijn betonnen treden aangelegd, maar het blijft uitkijken. Het laatste deel naar het water is het gevaarlijkst. Het water kun je alleen bereiken door je vast te houden aan een dun touw en door over de steile rotsen naar beneden te glibberen. Een verkeerde stap en je valt meters naar beneden. Nu durf ik veel, maar zwanger ben ik wel wat voorzichtiger. Ik houd het halverwege voor gezien. Ook niet verkeerd overigens, het uitzicht is hier waanzinnig!



Door kleine dorpjes en over steile wegen rijden vervolgens we naar ons hotel in Sur. We stappen een restaurant binnen dat midden in een verbouwing zit. Plastic kleedjes op tafel en bouwmaterialen om ons heen. Even twijfelen we of we hier wel wíllen eten. De verwachtingen zijn laag, maar het eten dat op tafel verschijnt is heerlijk. Ik ontdek zelfs een paar vegetarische gerechten op de kaart. Een mooie afsluiting van de dag.

Dag 3 Wadi Shab Oman en schildpaddenreservaat
Wadi Shab
Het is een korte autorit naar Wadi Shab. Hier ontdekken we onze 2e wadi van de avontuurlijke rondreis Oman. Voor we aan de uitdagende wandeling starten, worden we eerst in een klein bootje het water overgezet. Op de andere oever lopen we door een weelderige boomgaard. Mango’s en bananen hangen aan de bomen, een paar ezels staan loom onder de dadelpalmen.

De bomen wijken en de kloof ontvouwt zich voor ons. Tussen de hoge rotswanden stroomt het groenblauwe water. Het eerste half uur klauteren we over rotsen en waden door het water dat uiteindelijk te diep wordt om te lopen. We laten de bagage achter bij een rots en gaan zwemmend verder. Zo nu en dan kruip of glijd ik over een rots heen die glibberig is van de algen, of klauter ik even bovenlangs over de rotsen. Libelles zoemen om mijn hoofd. Ik heb mijn telefoon (en dus camera) in een waterdichte tas, zodat ik onderweg foto’s kan maken.



Het helderblauwe water is nog maar een voorproefje van wat komen gaat. Aangekomen bij het einde van de wadi zie ik een nauwe doorgang in de rotsen. Mijn hoofd komt net boven het water uit om adem te halen, en uiteindelijk kom ik uit bij een kleine grot. De zon schijnt nog net naar binnen en laat het water steeds van kleur veranderen. Ik zwem achter de waterval door en zie hoe je hier op de rotsen kunt klauteren om vervolgens omlaag te springen. Wat een geweldige plek!



Ras al-Jinz Turtle Reserve
Vanavond staat ons iets heel bijzonders te wachten. We gaan namelijk in het donker op zoek naar schildpadden. Het strand van Ras al-Jinz is een beschermd gebied waar jaarlijks duizenden zeeschildpadden naartoe trekken om hier op het strand hun eieren te leggen. Bij het reservaat (waar je overigens ook kunt overnachten) lopen we de gids achterna die zigzaggend het strand afspeurt.
Even vraag ik me af of we wel schildpadden gaan zien. Een bus spuugt een lading toeristen uit die samen met ons het strand op lopen. Maar de gids heeft er vertrouwen in. Niet veel later wijst hij enthousiast op een baby schildpad, net uit het ei, die verwoede pogingen doet om de zee te bereiken. Hij lijkt een beetje van slag door alle mensen om hem heen. Iets verderop schijnt de gids met een zaklamp op een schildpad die tergend langzaam haar eieren begraaft in het zand. Ze lijkt ons totaal te negeren, neemt haar tijd en schuift beetje bij beetje het zand over de eieren heen. Dan verdwijnt ook zij in het donker, richting de zee. De schildpadden die we zien zijn zo’n 50 jaar oud, dus ze kunnen nog een stuk ouder en groter worden. Ik vind ze nu al indrukwekkend.



Dag 4 Dhow Museum in Sur en bedoeïenenkamp in de woestijn
Na het ontwaken in Sur wandelen we eerst naar een uitzichtpunt, om een goede blik te kunnen werpen over de stad, de scheepswerf en de haven. Via een smal trapje waag ik me tot helemaal boven in de uitkijktoren, vanaf waar de boten in de haven nog maar kleine stipjes zijn.

Scheepswerf in Sur
Hierna rijdt Abdullah ons naar de scheepswerf. In de oude botenwerkplaats worden nog steeds houten dhows gemaakt, de boten die ik eerder al in de haven zag liggen. Alles gebeurt nog helemaal met de hand, de timmerlieden zijn vandaag aan het werk en laten graag hun ambacht zien.



Kamelenfokkerij
Hierna verruilen we water voor de woestijn. We laten de banden van de 4×4 leeglopen, zodat de auto wat meer grip heeft in het mulle zand, en rijden de woestijn in. Oman is een van de minst bevolkte landen ter wereld. Buiten de steden liggen kleine dorpjes verspreid over het landschap. En in de woestijnen wonen nog een aantal rondtrekkende nomadenfamilies, bedoeïenen. Eerst komen we langs een veemarkt. Vreselijk om te zien, vind ik het. Een van der herders gebaart richting een geit ‘lekker voor op de grill’. Meteen weet ik weer waarom ik vegetariër ben.


Iets later stoppen we bij een kamelenkamp. Overigens zijn het dromedarissen, maar iedereen houdt hier druk vast aan de term kameel. Het is booming business in de woestijn. Een goede racekameel die bij wedstrijden kan worden ingezet, brengt een bedrag ter hoogte van een kleine eengezinswoning op. We voeren de kamelen, al blijf ik op een veilige afstand. Ze knipperen mooi met hun lange wimpers, maar ze kunnen ook goed chagrijnig en aanvallend zijn.



Bedoeïenenkamp
We crossen door de woestijn. Sand dune bashing, zoals ik ook bij Dubai deed. Abdullah stuurt de auto moeiteloos duintop op en af, het lijkt soms of we bijna verticaal gaan. We overnachten vanavond bij het Wahiba Bedouin Rustic Camp. Hier beklim ik meteen een hoog zandduin. Ik zak ver weg in het mulle zand. Al snel schop ik mijn schoenen uit en ga op blote voeten verder. Het uitzicht is waanzinnig. Boven op een duintop geniet ik van de zonsondergang. Al zie ik wel een witte waas aan de horizon die snel dichterbij komt. Een zandstorm! Door het scherpe woestijnzand dat in mijn gezicht waait ren ik het kamp binnen.



De bedoeïenenkampen zijn tegenwoordig een stuk luxer dan ze ooit waren. De zwartwit gestreepte tenten steken sterk af tegen het oranje woestijnzand. Binnen staan comfortabele bedden, een zonnepaneel op het dak zorgt voor stroom. De buitendouche wordt alleen afgeschermd door een rieten scherm, dus ’s avonds douche je onder de sterren. Al is het water in de watertank dan alweer goed afgekoeld, dus lang houd je het niet vol. Beter is het om ’s middags te douchen als de watertank opwarmt in de bloedhete zon.



We mogen aanschuiven bij het avondeten en hierna krijgen we traditionele kledij aan. De vrouwen van top tot teen bedekt en de mannen met een dolk om de heupen gegespt. Na het oefenen van een aantal traditionele dansen mogen we het familiehoofd bij een kampvuur de oren van het hoofd vragen over de Wahiba Sands Desert en het bedoeïenenleven. Droevig is dat hij zich beseft dat hij de laatste generatie is die het echte bedoeïenenleven heeft meegemaakt. Door dit te delen met bezoekers houdt hij tradities en verhalen in leven. Maar met hem sterft uiteindelijk de bedoeïenencultuur uit.

Dag 5 Zonsopkomst in de woestijn en Wadi Bani Khalid
’s Ochtends word ik al vroeg wakker. Ik ren meteen naar buiten om op tijd te zijn voor de zonsopkomst. Weer klauter ik het hoge duin op en langzaam komt de doodse woestijn tot leven. In het zand zie ik de sporen van allerlei dieren die hier ’s nachts hebben rondgescharreld. En in de verte zie ik een kamelenfamilie met een jong lopen.

Geiten melken bij de bedoeïenen
Na het ontbijt worden we een stukje meegenomen de woestijn in, naar de plek waar de geiten staan. Er zijn de afgelopen dagen een aantal jonge geitjes geboren. Ik mag er eentje vasthouden, krijg een flesje in mijn handen gedrukt om de kleintjes hun melk te geven. Hierna mogen we de moeder melken. Een nieuw inkijkje in het bedoeïenenleven.



Wadi Bani Khalid
Hierna stappen we weer de auto in. Op naar één van de mooiste wadi’s van Oman: Wadi Bani Khalid. Vooral omdat het water zo ongelofelijk mooi turquoise is. Hierom is het hier ook een stuk toeristischer dan bij andere wadi’s. Het is er wat drukker, er is een restaurant en een meer waarin wordt gezwommen. Maar de wadi zelf is een stuk rustiger.



Niet overal in Oman wordt getolereerd dat je als toerist in bikini of badpak zwemt. Bij de Wadi Bani Khalid wordt verwacht dat je volledig gekleed het water in gaat. We klimmen en klauteren zo ver we kunnen de kloof in, met een paar meter onder ons het helderblauwe water. Dan gaan we door het water weer terug. Soms zwemmend en soms klauterend laten we ons meevoeren door het water. Soms moet ik van een rots af springen, of van een natuurlijke glijbaan af glijden. Het lijkt wel canyoning. Uiteindelijk kom ik weer bij het beginpunt aan waar ik op de warme rotsen een beetje kan opdrogen.



Terug naar de woestijn
We eten bij een neef van Abdullah, al neem je dat beter niet al te letterlijk. Oman is een ontzettend gastvrij land. Iedereen voelt zich familie van elkaar en wordt dus neef, broer of zus genoemd. We zitten op de grond in de woonkamer en eten een heerlijke rijstmaaltijd.
Eenmaal terug in de woestijn brengen we een bezoek aan een andere nomadische familie. Hier drinken we thee en eten dadels, zittend op de kleden en kussens op de grond. Ondertussen vertelt Abdullah ons over het leven in de woestijn. Ook over de theecultuur trouwens, die hier heel belangrijk is. Overal waar je Omani ontmoet – of je nu bij ze thuis op bezoek gaat of ergens tegenkomt – krijg je thee aangeboden. Ze zullen je kopje bij blijven vullen, ook als je nee zegt. Wat je dan doet? Wiebel het kopje heen en weer, zodat het duidelijk is dat je echt niet meer wil.
Avontuurlijke rondreis Oman
Lees ook deel 2 van deze avontuurlijke rondreis Oman!

Wat een prachtige rondreis hebben jullie gemaakt. Ik heb echt genoten van je foto’s!
Dit klinkt echt als een gave start van een geweldige reis. Wij hadden het toevallig een tijdje geleden over Oman als reisbestemming en het ziet er tof uit. Ik ben benieuwd naar je tweede deel 🙂
Wat een onwijs gave reis Aniek! Muscat doet me wel wat denken aan Qatar, ook zo’n intrigerende stad. De schildpadden en de woestijn zijn magisch joh, een heel gave ervaring voor je!
Prachtig zeg! Na mijn reis door Jordanië wil ik graag meer van het Midden Oosten ontdekken. Aan de foto’s te zien lijkt Oman ook veel op wat ik in Jordanië heb gezien, dus dan ga ik me daar wel vermaken haha.
Wat een mooie uitgebreide blog. Oman is een land waar ik zelf niet vlug zou opkomen om naartoe te gaan. Ik weet niet waarom maar het stond in elk geval niet op mijn lijstje. Maar het is wel erg mooi nu ik je foto’s zie. Sultan Qaboes-Moskee in Muscat is inderdaad prachtig. Wat me wel verwondert is dat jullie ‘s nachts op dat beschermde strand konden naar de schildpadden gaan kijken. In Zakynthos is er ook zo een strand maar daar mag na 19u niemand meer op om de schildpadden te beschermen.
Ik was er zelf ook niet zo snel op gekomen, maar toen Jacomijn me vroeg om mee te gaan op reis was ik snel overstag 🙂 Je mag ook alleen maar met een gids van een reservaat het strand op, zo kunnen ze de schildpadden beschermen tegen hordes toeristen die ’s nachts het strand op willen.