We lopen door een pikdonkere mijnschacht. “Marcello!” roept de gids ineens. Marcello blijkt een van de vaste vleermuizen te zijn die zijn die hier in alle rust rondfladderen. Want koper delven, dat gebeurt hier al ruim een eeuw niet meer. Wel kan je onder begeleiding van een gids nog de oude mijnschachten in. Een bijzonder bezoek aan een voormalige kopermijn in Montecatini Val di Cecina.
Op zoek naar koper
Montecatini Val di Cecina is een klein middeleeuws dorpje in de regio Pisa en niet ver van Volterra, aan de Etruskische Kust. De hele vallei is rijk aan grondstoffen, zoals koper en albast, die al sinds lange tijd worden gewonnen. Dit maakt het ook een interessante plek voor liefhebbers van industriële gebouwen. Zo vind je er de voormalige kopermijn in Montecatini Val di Cecina.
De Etrusken waren de eersten die hier op zoek gingen naar het koper, maar zeker niet de laatsten. Caporciano, de kopermijn die op ongeveer een kilometer van het dorp ligt, was in de 19de eeuw zelfs de grootste en rijkste kopermijn van Europa. Inmiddels is de mijn gesloten, maar je kan er wel nog een rondleiding krijgen!


Onder de grond
Lucia is vandaag onze gids. Ze neemt ons mee naar de mijnschachten. Ze vertelt ons hoe haar schoonvader nog in deze mijnen gewerkt heeft. We staan inmiddels bij de ingang van de mijnschacht. “Iedereen die hier werkte had een ketting met hieraan een genummerde hanger. Bij de ingang van de mijn werd het nummer achtergelaten om het na de dienst weer op te halen. Zo wisten ze altijd hoeveel mensen er in de mijnen waren.”
Ze vervolgt: “De mijnwerkers werkten 12 tot 14 uur lang in het donker van de mijnen. Zonder te weten hoe laat of welk moment van de dag het was. Daarom waren de muren hier ooit donkerblauw geschilderd, om de mannen te laten wennen aan het licht wanneer ze weer naar buiten kwamen.”
Op de vloer is afgebeeld hoe de mijnschachten liepen, met in totaal maar liefst 35,5 kilometer aan schachten.


We zijn inmiddels de mijn ingegaan. “Het is een geothermisch gebied”, vertelt Lucia (zoals ik al zag bij het Parco naturalististico delle Biancane), “dus in de schachten ben je dichter bij het magma en de aardwarmte. Dat betekent dat waar wij nu zijn het 0 tot 12 graden is. In de diepere schachten, 300 meter diep, kon het makkelijk 37 graden Celsius worden, met een luchtvochtigheid van 70%. En denk je dan eens in dat na een dienst van 12 of 14 uur, de mijnwerkers maar 40 minuten de tijd hadden om de mijn te verlaten. Meer dan 1000 treden omhoog, via houten trappen. In de hitte en later in de kou, om maar op tijd boven te zijn.”


Marcello
“Marcello, Marcello!” roept Lucia ineens. “Marcello, Roberto.” Naar wie roept ze? “Daar! Daar vliegt hij. Marcello is de vleermuis die in dit deel van de tunnel woont.” In de tunnels leven talloze vleermuizen. Maar de eerste die je tegenkomt is altijd Roberto.
Serieus gaat ze verder: “Het leven in de mijnen was zwaar. Het was gevaarlijk werk, slecht voor de gezondheid. Veel van de mijnwerkers stierven al rond hun 35e.” Ze is trots op haar familie die hier gewerkt heeft. Ze vertelt hoe ook de mijnwerkers onderling hecht waren. “Je werkte in het donker, met alleen maar muren om je heen. De lampen die de mannen meekregen, daar had je maar een meter zicht mee. Maar stak je je handen uit, dan voelde je de mannen naast je. Je was nooit alleen.”
“Overigens”, vult ze nog aan, “Vrouwen, die gingen niet naar beneden. Dat zou ongeluk brengen.” Ze grapt: “Of omdat de vrouwen te slim waren. Ze wisten wel beter dan om de gevaarlijke mijnen in te gaan. Ze wilden niet naar beneden, dus vertelden ze dat het ongeluk bracht, zoals bij de schepen.”


Originele documenten
Inmiddels zijn we weer boven de grond. Het is weer even wennen aan het licht. Hoewel de mijnen gesloten zijn, het grootste deel van de schachten kan je niet meer bezoeken, zijn een deel van de kantoren nog intact.
In de kleine toren die we verderop zien, stonden zes wachten. “Zij waakten onder andere over de verkoper en de bemiddelaar die hier handelden over het koper. Ernaast ligt het gebouw waar de eigenaar woonde, terwijl de mijnwerkers lager op de heuvel, in het dorp zelf, woonden.” In de oude gebouwen bezoek je nog de Uffizio Amministrazione, het Laboratorio Chemico, waar het koper getest werd, en de kantoren van de directie. Hier zien we een mooie verzameling originele documenten van de mijnbouwonderneming. Betaalregisters, plattegronden van de mijnen. Even verderop staat nog de toren van Pozzo Alfredo, met een originele goederenlift.



Museo del Miniere
Het mijnmuseum in Montecatini Valdicecina vertelt het verhaal van de mijnwerkers en toont de geschiedenis van de koperwinning van 1827 tot de sluiting van de mijnen in 1907. Eerst krijgen we een historische introductie van het complex. Ongetwijfeld het meest fascinerende deel van het bezoek is de wandeling door de mijnschachten.
De rondleiding van Lucia is inspirerend. Vol enthousiasme vertelt ze over de mijnen, doorspekt met verhalen over haar schoonfamilie. Daar kan je wel uren naar luisteren!
Wil je ook het museum en de mijnen bezoeken? Kijk dan op de website van de voormalige kopermijnen voor de openingstijden – die verschillen per seizoen – en de mogelijkheden voor (avond)rondleidingen.
Misschien vind je deze blogs ook interessant:
- Het geothermisch gebied van Parco naturalistico delle Biancane
- Reizen langs de Etruskische Kust: op zoek naar de mysterieuze Etrusken
- 3 keer Etruskisch Toscane voor fijnproevers

Vorig jaar een avond rondleiding gedaan met “diner” bij kaarslicht vooraf op het terrein van de mijn. Wat een sfeer!
Met een avondrondleiding en een diner erbij lijkt het me extra speciaal!