Sjokkend zie ik olifanten over het hete asfalt lopen in Ayutthaya, toeristen op hun rug en een ketting om hun poten. Het is een beeld dat je niet wilt zien tijdens je reis door Thailand. Gelukkig ontdek ik dat het ook anders kan. Na een nachttrein naar Chiang Mai stap ik op de bus richting ChangChill, een olifantenopvang in het noorden van Thailand. Hier mogen olifanten, die jarenlang hebben gewerkt in de houtkap of toeristenindustrie, eindelijk gewoon olifant zijn. Weg van de drukte, in alle rust en vrijheid.
De Aziatische olifant is onlosmakelijk verbonden met Thailand. Wie door het land reist, wil deze majestueuze dieren vaak van dichtbij zien – ik ook, geef ik eerlijk toe. Tegelijkertijd weet ik hoe slecht het leven van olifanten in de toeristenindustrie vaak is. Olifantenritjes en badsessies lijken onschuldig, maar de realiteit is vaak een leven vol uitbuiting. Dit roept een ethisch dilemma op: kun je olifanten bewonderen op een manier die hen niet schaadt?

Inhoud
ChangChill: een hoopvol alternatief
Gelukkig zijn er olifantenreservaten die een hoopvolle tegenhanger zijn, zo merk ik wanneer ik in het noorden van Thailand in een klein busje zit, samen met mijn man, zoontje en een handvol andere toeristen. Een uur eerder ben ik opgehaald bij mijn hotel in Chiang Mai en nu rijdt de chauffeur over een kronkelende weg de bergen in. Wanneer de asfaltweg ophoudt loop ik verder over een zandweg.
De olifantenopvang ChangChill ligt op een prachtige bergtop en aan de Mae Puai rivier. Bij aankomst is er geen olifant te zien. Dat is precies zoals het hoort: hier hebben de olifanten namelijk de vrijheid om door de vallei te zwerven. ChangChill is een van de weinige écht verantwoorde olifantenopvangcentra in Thailand. Als bezoeker mag je samen met een gids rondlopen door het gebied en of je een olifant tegenkomt, dat weet je vooraf niet. Maar met een beetje geluk kun je ze zien, van een afstand, zonder ze te storen.
De olifanten in ChangChill hebben een zwaar verleden, net als de meeste andere olifanten in Thailand. De dieren werkten jarenlang in de houtkapindustrie, waar ze zware boomstammen moesten slepen. Na het verbod op commerciële houtkap in 1989 belandden veel olifanten in de toeristenindustrie. Ritjes maken, wassen, voeren – het lijkt onschuldig, maar achter deze activiteiten schuilt wrede training en een leven van lijden. Bovendien worden er nog steeds wilde olifanten gevangen om aan de vraag naar toeristische attracties te voldoen.


Ethisch dilemma
Dit laatste laat meteen zien waarom het zo dubbel is om een plek als deze te bezoeken. Het is een unieke ervaring en het geeft je inzicht in hoe olifanten al die jaren zijn misbruikt, en hoe dit ook anders kan. Aan de andere kant knaagt er toch iets: hoe weet je zeker dat een plek écht diervriendelijk is? In Chiang Mai zie je op elke straathoek flyers voor zogenaamde ‘elephant sanctuaries’, waar je de dieren kunt aanraken en wassen – praktijken die meestal niet ethisch verantwoord zijn. Niet alles is dus wat het lijkt.
Daarnaast knaagt mijn eigen reisgedrag. Ik mag dan wel de binnenlandse vlucht in Thailand uit het programma hebben gehaald, om in plaats hiervan met de nachttrein te reizen. Ik ben wél met het vliegtuig naar Thailand gereisd, dus hier komt de vliegschaamte toch om de hoek kijken. Hoe duurzaam ben ik dan eigenlijk bezig, als ik aan de andere kant van de wereld ga kijken hoe dierenwelzijn beter kan?
Bijzondere ontmoeting
En toch, nu ik hier tussen de bomen loop en om me heen kijk op zoek naar de olifant, zie ik het. Niet de olifanten trouwens, die laten nog even op zich wachten, maar op deze plek besef ik waarom initiatieven zoals ChangChill zo belangrijk zijn. Ik wandel over de stoffige bospaden en zie met eigen ogen het goede werk dat hier gedaan wordt. De gids vertelt over het leven van de Aziatische olifant en de mahouts, de traditionele verzorgers van de olifanten, laten zien waar de olifanten zijn geweest of misschien in de buurt zijn.
Het wachten wordt beloond: geritsel in de struiken en het geluid van brekende takken kondigen de komst van een olifant aan. “Aan de kant, ze komen eraan” wordt er geroepen door de mahouts. Ik hoor takken breken. Snel stap ik van het pad af om de olifant de ruimte te geven.
De blik in de ogen van mijn zoontje als hij oog in oog staat met een olifant, is onvergetelijk. Zelfs nu, maanden later, begint hij te stralen als hij het woord ‘olifant’ hoort. “Olifant filmpje kijken!” roept hij vaak. En dan zijn we weer even voor 1 minuut en 48 seconden terug in ChangChill. Deze reis vergeet hij misschien ooit, maar hij heeft nu al door hoe bijzonder dieren zijn en hoe goed je voor hen moet zorgen.


Op een afstandje
Misschien wel een half uur zit ik in het rode zand. Op een veilige afstand observeer ik de olifant die inmiddels gezelschap heeft gekregen van drie anderen. Hun trompetterende geluiden en ontspannen gedrag tonen hoe comfortabel ze zich hier voelen. We mogen de dieren niet naderen, wordt constant verteld. Maar wat maakt het uit, ze zijn zo al indrukwekkend genoeg.
Langzaam sjokken de olifanten de andere kant op. Ik wandel achter de mahouts weer terug naar het kamp, waar ik samen met de anderen met een kapmes suikerriet in stukken hak. Maximaal één keer per dag worden de dieren bijgevoerd, zodat ze ook de kans krijgen om zelf voedsel uit de natuur te halen. Het suikerriet is achtergelaten bij het water, wij toeristen zitten op het observatiedek en wachten tot de dieren uit zichzelf naar het kamp terugkeren om te eten.


Waar olifanten gewoon olifant mogen zijn
Die toeristen die ik in Ayutthaya zag kijken hopelijk later met spijt terug op deze reis en maken vanaf dat moment diervriendelijke keuzes. Hoewel het niet altijd duidelijk is wat juist is, kun je als reiziger je best doen om op zoek te gaan naar de beste optie. Geen olifanten wassen en al helemaal geen ritjes maken op hun rug. Bezoek in plaats hiervan een diervriendelijke olifantenopvang. Helaas zijn er nog steeds veel winstgevende attracties die toeristen misleiden, terwijl ze in werkelijkheid olifanten mishandelen voor geld.
Gelukkig bieden initiatieven zoals ChangChill een hoopvolle tegenhanger. In dit olifantenreservaat in Noord-Thailand krijgen olifanten de kans om zich natuurlijk te gedragen in een veilige omgeving. Zulke plekken zijn essentieel om dierenwelzijn te bevorderen en bewustzijn te creëren over de toekomst van deze prachtige dieren. Alles moet worden gedaan om de restanten van de wilde olifantenpopulatie te behouden en de vele gevangen olifanten in Thailand een leven te bieden dat de moeite waard is.
En als ik de olifanten van ChangChill zo van een afstandje bekijken, hoop ik met heel mijn hart dat ik hier een plekje heb gevonden waarover ik over een jaar of 10 nog steeds denk “wat heerlijk, hier mocht de olifant echt weer even olifant zijn”.



Tips voor het bezoeken van een diervriendelijke olifantenopvang in Thailand
→ Doe je onderzoek: Een must read wanneer jij op reis gaat naar Thailand en ook een olifantenopvang wilt gaan bezoeken: World Animal Protection biedt handige richtlijnen om een diervriendelijke olifantenopvang in Thailand te herkennen. Namen zoals ‘sanctuary’ of ‘ethical elephant experience’ zijn niet altijd een garantie voor goede praktijken. Juist omdat opvangplekken voor olifanten zo populair zijn, wordt er steeds vaker misbruik gemaakt van de naam ‘opvang’ om meer toeristen aan te spreken. Zij raden een bezoek aan ChangChill aan.
→ Overweeg alternatieven: Wil je olifanten in het wild zien? In Khao Yai National Park, ongeveer 300 kilometer ten noordoosten van Bangkok, leven zo’n 3.500 wilde olifanten.
→ Bezoek ChangChill: Wil jij ChangChill bezoeken? Dagtrips naar dit opvangcentrum kun je boeken via ChangChill zelf, of via reisorganisaties zoals Better Places waar ik met mijn gezin ook deze reis boekte.




Geef een reactie