Voor me glinstert het grijsblauwe water van de Lek, licht rimpelend in de ochtendzon. Aan de andere kant van het water tekent zich de kerktoren van Vianen scherp af tegen de lucht. Slechts een kort tochtje met de fietspont scheidt me nog van de overkant. Vandaag fiets ik een pontjesroute ten zuiden van Utrecht – heerlijk fietsen langs de Lek, over dijken en door kleine stadjes.
Er zijn meerdere fietsroutes in de regio Utrecht die je via pontjes over de Lek leiden. Een van mijn favoriete routes is het “Rondje Lekpontje Vianen, Ameide, IJsselstein”. Een tocht van 42 kilometer die begint en eindigt bij het pontje tussen Nieuwegein en Vianen, en die onderweg verrast met historische stadjes, kronkelende dijken, kabbelende rivieren en – de naam zegt het al – twee pontjes. Want zeg nu zelf: een fietsroute met een pontje is per definitie leuker. Laat staan twee.

Vestingstad Vianen
Vanaf Nieuwegein kun je eenvoudig via de Lekbrug naar Vianen fietsen, maar een stuk leuker is het om deze route te beginnen met het pontje over de Lek. De boot legt net aan als ik aan kom fietsen. Ik stap aan boord, een fris briesje in mijn gezicht, en vaar in een paar minuten naar de overkant. Eenmaal aan wal is het nog geen twee minuten fietsen naar de historische stadspoort van Vianen. Iedere keer dat ik hier ben, verbaas ik me opnieuw over hoe mooi dit vestingstadje is. Vianen is een verborgen parel: met stadsrechten sinds 1336, een rijke historie en een sfeer waar je stil van wordt.


De stad barst van de rijksmonumenten; statige panden wisselen elkaar af in de sfeervolle straten. Blikvanger is het 15e-eeuwse stadhuis, waarin het Stedelijk Museum Vianen is gevestigd. Daar is altijd wel wat te zien, zoals de Muntschat van Hagestein – bijna 500 middeleeuwse munten, opgedoken in de buurt – of de portretten van de familie Brederode, die hier vanaf 1414 de scepter zwaaide. Helaas voor mij is de deur nog potdicht. Het museumbezoek moet wachten.
In plaats daarvan fiets ik de Voorstraat in, waar de geur van versgebakken brood me naar bakker Steehouder leidt. Ik koop croissantjes – want fietsen zonder iets lekkers is vandaag geen optie.




Fietsend langs het ritme van de Lek
Vanaf Vianen slingert de route over hoge dijken, met weids uitzicht over de Lek. In de verte lonkt de Gerbrandytoren van IJsselstein al aan de horizon, maar voordat ik daar arriveer, maak ik eerst een ruime lus door het landelijke Vijfheerenlanden. Lexmond, Ameide, Hoef en Haag, Leerdam en natuurlijk Vianen – het zijn allemaal steden en dorpen in het Vijfheerenlanden. Fietsen is hier de beste manier om het landschap te beleven. Over de kronkelende dijkwegen, langs uitgestrekte weilanden, boomgaarden en onverwachte stops.
Ik passeer grazende schapen die loom in het gras liggen onder oude kersenbomen. Karakteristieke boerderijen liggen tegen de dijk aan geplakt. Zo nu en dan passeer ik een boerderijwinkel waar ook bakjes verse aardbeien, groenten of potten jam liggen. De route kabbelt hier op het ritme van de rivier.



Langs het Merwedekanaal
Vanaf hier volg ik de dijkweg en daarna een rustig fietspad langs het Merwedekanaal. Op het water is het een komen en gaan van plezierjachten: van kleine sloepen tot imposante motorboten, allemaal glijden ze kalm voorbij. De zon schittert op het water en het ruisen van de bomen vormt het achtergrondgeluid van mijn rit.


Naarmate ik verder fiets, wordt het pad wat drukker. Bij de Bonkmolen, net buiten Meerkerk, besluit ik even te pauzeren. Deze groene wipmolen uit 1853 werd gebouwd voor de bemaling van de polder Lakerveld en staat er nog altijd fier bij aan de Kleine Kanaaldijk. De wieken draaien allang niet meer, maar de plek ademt nog steeds geschiedenis – en is tegenwoordig vooral een heerlijk rustpunt. Ideaal voor een korte stop of een picknick in het gras, met uitzicht op de molen en het water. Wist je dat je hier ook kunt overnachten?



Zouweboezem
Heel anders is de route ineens als ik over een bochtige weg fiets langs het natuurgebied de Zouweboezem. Een moerasachtig gebied wat dicht begroeid is. Heb je de tijd, maak hier dan even een omweg voor een wandeling. Over een houten vlonderpad loop je hier naar een uitkijkpunt. Even stoppen, diep ademhalen, vogels spotten.
In de Zouweboezem wordt overtollig water uit de polders opgevangen, al sinds de veertiende eeuw. De rietvelden werden gebruikt door rietdekkers die er rietdaken voor boerderijen van maakten. Er broeden veel vogels, waaronder de Zwarte Stern. Grote kans dat je er een een duik ziet nemen in het water om een vis te vangen. Neem zeker je verrekijker mee als je van vogelen houdt.

Pontje bij Ameide
Na de Zouweboezem steek ik met het pontje bij Ameide de Lek over. Het is een klein voetveer, waar ook fietsen op mee kunnen. Vandaag ben ik bepaald niet de enige met dit plan. Het gele scheepje ligt al tegen de kade als ik aan kom fietsen, maar zeker zestig fietsers staan voor me in de rij. Geen probleem – ik heb alle tijd om foto’s te maken, terwijl het veer op en neer vaart. Dan is het eindelijk mijn beurt. Ik stap op, kijk nog één keer achterom en zie Ameide snel kleiner worden. Voor ik het weet rijd ik de loopplank af, klaar voor het volgende deel van de route.

Ik fiets verder, niet richting Lopik, maar in plaats hiervan sla ik af naar Jaarsveld – een pittoresk dorpje dat als het ware tegen de dijk is aangeplakt. Veel huizen staan er niet, maar mijn oog valt meteen op het indrukwekkende landgoed van Huis te Jaarsveld. Ooit was dit een buitenverblijf van niemand minder dan Willem van Oranje. Tegenwoordig kun je er overnachten of zelfs trouwen in stijl.

Een heel eind fiets ik over een smal fietspad tussen de weilanden en kleine dorpjes door om uiteindelijk in Lopikerkapel te belanden. Stap hier zeker even af – het is zo’n plek die je uitnodigt om even stil te staan.


IJsselstein
De Gerbrandytoren is niet te missen in het landschap. De meeste mensen kennen het als de grootste kerstboom van Nederland, wanneer in de wintermaanden de lichtjes aan de toren goed te zien zijn vanaf de A2. Voor mij is het vandaag het ijkpunt van mijn fietsroute, ik zie hem al van kilometers ver. Net voordat ik bij de toren ben passeer ik het Zendstation dat in de jaren dertig is gebouwd om moeiteloos heel Nederland te kunnen bereiken.


In IJsselstein zit mijn fietsroute er bijna op. Gelukkig is dit het perfecte stadje om mijn fietstocht af te ronden. Ik moet alleen nog even kiezen of ik dit doe met een bezoek aan het Museum IJsselstein, of met een drankje op het terras, en dan kan ik via een groene lus weer terug naar het beginpunt van mijn route.


Fietsen langs de Lek
Een tikkeltje rozig van de zon en voldaan van de kilometers kom ik weer terug in Nieuwegein. Het was een fijne fietsroute, zeker met de twee fietspontjes. Zelf de route fietsen? De fietsroute langs de Lek is 42 kilometer lang en op de website Routes in Utrecht vind je de fietsroute en alle informatie.
En wil je nu nog meer ontdekken in de regio Utrecht? Dit is de perfecte plek voor avontuur, een citytrip en ontspanning. Je vindt hier prachtige middeleeuwse steden, kastelen en natuurgebieden. Neem een kijkje bij VisitUtrechtRegion en ReasonToCycle.



Wat een leuke plekjes allemaal. Ik wist niet dat Vianen ook zo leuk was, het ziet eruit als een prachtige omgeving.