Beruchte Vlaamse kasseien, beklimmingen uit de Ronde van Vlaanderen, schitterende gravelwegen en heel veel modder, een fietsfestival met Belgisch bier en baristakoffie. Klinkt goed, toch? Dat is Flanders Gravel en ik was erbij.
Gravelvariant van de Ronde van Vlaanderen
Neem de route van de Ronde van Vlaanderen. Houd alle kasseienstroken aan en vervang de mooie asfaltwegen door zandpaden, gravel en modderstroken. Werk hierbij samen met LtD Gravel Rides – opgericht door oud-prof Laurens ten Dam. Het resultaat: Flanders Gravel. De gravelvarariant van het monument. Daar moet ik bij zijn, bedenk ik me en ik haal meteen Lodewijk over om ook deel te nemen. Meteen bestel ik 2 Weekend Warrior-tickets.
Door de grote C duurt het even voor het event plaats kan vinden, van juli wordt het event uitgesteld naar oktober, maar dit weekend is het eindelijk zover. Vrijdagavond gooien de we de auto vol slaapzakken, wielerkleding, twee gravelfietsen en onze tent, en dan gaan we op naar Vlaanderen. Een paar uur en veelfiles later parkeren we de auto bij het kampeerterrein in Melden, niet ver van Oudenaarde af.
Geluksnummer 13
Zo goed als het kan zetten we in het donker de tent op. Het nieuwe luchtbed dat ik gezien de koude weersvoorspellingen toch maar heb gekocht (de oude matjes waren echt niet isolerend) blijkt maar net in de tent te passen. Nouja, net is ook net genoeg.
Eerst maar eens de startnummer ophalen. Ik krijg nummer 13 in mijn handen gedrukt, mijn geluksnummer sinds een startnummer 13 me eens een 5e plek in een Elite-koers opleverde. Daarna volgt al snel een goedgevulde goodiebag, met onder andere een Panaracer Gravelking buitenband, een Shimano GRX ass-saver, een Komoot-bidon, Falke fietssokken, een Gravel Flanders-shirt, een Ride en een Gravel Journal magazine.
Het kampuur is al opgestookt en de barbecues draaien overuren. Ik haal mijn vega diner op en bestel een Kwaremont 0,3 bij de bar, een meer toepasselijk biertje is er niet. Er is nog een plekje bij het kampvuur, waar we verhalen uitwisselen met een paar Vlaamse deelnemers. Zij hebben net de Green Divide van Erwin Sikkens gefietst, die wil ik ook doen zodra de route weer opengesteld is, en ze genieten vanavond vooral van het bier.
Koud, kouder, koudst
Na een behoorlijk koude nacht staan we bij zonsopkomst bij het ontbijt. Net op tijd, want de koffie is bijna op. De hesp en gebakken spek sla ik als vegetariër over, in plaats daarvan pak ik een schaaltje granola en wat brood. Ik rits mijn Patagonia puff-jas nog wat verder dicht, wat is het koud vandaag. Vertwijfeld kijken Lodewijk en ik iets later naar de fietskleding. Misschien hadden we toch echt winterkleding mee moeten nemen. Gelukkig wordt het met genoeg laagjes ook vanzelf warm, dan maar een extra jasje aan.
Iets later dan verwacht fietsen we naar de Markt in Oudenaarde, waar de start is. Dat is nog even zoeken, maar we blijken gelukkig niet de enige verdwaalde deelnemers te zijn. We besluiten snel te starten, voor we teveel afkoelen.
Er zijn 3 routes uitgezet. Een van 80 kilometer met 860 hoogtemeters, een van 120 met 1370 hoogtemeters en voor de die-hards een 160 kilometer lange route met 1740 hoogtemeters. Ik was eigenlijk van plan om voor de langste route te gaan, maar omdat we wat laat zijn opgestaan redden we dat niet qua tijd. En om eerlijk te zijn… er komen nog genoeg momenten vandaag waarop ik heel blij ben dat ik de 160 kilometer niet hoef te fietsen. Want oh boy, wat is de route zwaar. Maar dat weet ik bij de start gelukkig nog niet.
Klassiekers uit ‘De Ronde’
Verkeersregelaars leiden alle deelnemers veilig de stad uit. De route begint rustig. Fijne gravelstroken tussen de weilanden, een beetje op en af, wat veldrit-achtige strookjes. Maar niets al te gek. Lekker wakker worden en genieten van de uitzichten, de mist hangt nog over het landschap. Mooie paden langs de Schelde volgen. Dat verandert zodra het Kluisbos in zicht komt, hier begint het klimmen echt pittig te worden. Niet lang daarna volgt de Oude Kwaremont, de beroemde kasseistrook uit “De Ronde”. Niet zo steil als de Koppenberg of Paterberg maar wel een stuk langer.
Over de kasseien van het Kwaremontplein, langs typisch Vlaamse cafés, fietsen we verder. Amper bijgekomen draai ik een bocht om en zie de Paterberg voor me. Afzien, dit is misschien wel de zwaarste klim uit de streek. Wat ben ik blij met mijn 40 millimeter banden, daarmee fiets ik soepel over de kasseien. Het smalle gootje laat ik (letterlijk en figuurlijk) links liggen. Maar hoe makkelijk de kasseien gaan, zo ellendig is het stijgingspercentage. De klim is nog geen 400 meter lang, en 400 meter kasseienstrook met met een gemiddeld stijgingspercentage van bijna 14% is ontzettend zwaar. Met piepende adem kom ik boven.
“Een veldritfiets is ook prima als gravelfiets”, dat is een gevleugelde uitspraak van mij. Maar hoe blij ik ook ben met mijn Canyon Inflite (het is echt een ge-wel-di-ge fiets), hij heeft één groot nadeel. Er zit geen klimverzet op. En die heb je nodig vandaag. Iedere klim zit ik vrijwel meteen op mijn laagste verzet en moet ik omhoog harken. Dat gaat goed tot er boomwortels komen, dan kost het echt veel kracht om daar ook nog eens overheen te komen. Of tot er voor je iemand afstapt, dan heb je de snelheid niet meer om om hem heen te fietsen.
Pompoen en een havermelk-cappuccino
Lus 1 zit erop, en dat betekent dat de lunch klaar staat op het festivalterrein. Een burger en broodje voor de meeste mensen, en voor de vegetariërs zoals ik gegrilde pompoen met couscous. En bij de barista haal ik een cappuccino met havermelk. De fiets van Lodewijk gaat nog even voor een check naar het service point, om de remmen goed af te stellen. Ik loop ondertussen naar de tent om mijn kleding te wisselen naar een korte broek.
Na de lunch volgt meteen een smal en steil klimmetje, pittig als je net je lunch achter de kiezen hebt. Maar het is niets vergeleken bij de mountainbikewaardige afdaling die iets later volgt. Als ik moet kiezen zou ik hier sowieso met een mtb afdalen, want voor een gravelfiets is het echt too much. Kleine drops, grote stenen, wat modder. Ik kom driekwart van de afdaling goed omlaag tot mijn stuur ergens opzij klapt en ik op de grond lig. Au.
Afzien blijft het. Modderstrook is een understatement voor het pad dat later volgt. De sporen in de weg zijn zo ver uitgesleten dat het een lange kuil van ruim een halve meter diep is geworden, en dit is niet overdreven. De modderstroken er omheen zijn zo vettig dat er niet doorheen te komen is. De enige optie is lopen. Wat ben ik blij met mijn 40 mm banden, met minder kom je echt niet uit tijdens deze toch. Alleen zijn mijn banden dan weer niet goed genoeg in de modder, merk ik. In de bochten hebben ze totaal geen grip, en zo sta ik in een volgende modderstrook ineens dwars op de weg. Ik slip alle kanten op.
Afzien richting de Oude Kwaremont
Fietsend door het Bois de la Louvière en het Brakelbos besluit ik dat ik wel zo’n beetje op mijn grens zit. De hoogtemeters en alle technische passages maken Gravel Flanders echt ontzettend zwaar. Gelukkig zijn er vandaag 2 feed stations op de route, waar ik sportdrank bij kan vullen en eten kan pakken. Reepjes, noten, vers fruit, ik heb het nodig vandaag.
Ik kan inmiddels niet meer. De laatste 25 kilometer probeer ik op gelletjes door te komen. Ik fiets de Oude Kwaremont op mijn lichtste verzet omhoog, voor de zoveelste keer vandaag, en dan is het de dood of de gladiolen. Om me heen zie ik steeds meer deelnemers afstappen, maar dat is geen optie. Niet dat ik nog energie heb om verder te fietsen, maar lopend door de fotografen op de foto gezet te worden is ook geen optie. Het maximale hellingspercentage is maar liefst 22 procent. Mijn cadans daalt, mijn snelheid nog meer, maar ik kom boven. Al weet ik niet hoe. Net voor de top wordt er een blikje Kwaremont in mijn handen geduwd. Hoe ik die nog aan kon pakken tijdens het afzien, geen idee. Eenmaal boven val ik zo ongeveer van mijn fiets. Nu is het écht tijd om eens een klimverzet op mijn fiets te zetten. Maar eerst dat biertje maar eens openen.
Flanders Gravel
Nu is het alleen nog even afdalen en dan zijn we weer op het festivalterrein. Snel de fiets in de stalling zetten, en dan genieten van de muziek, van een extra Kwaremontje en van heerlijk zitten en nietsdoen. We hebben het verdiend.
Flanders Gravel is heel wat anders dan de graveltochten die in Nederland worden georganiseerd. Dat zijn vaak prima te fietsen tochten, misschien zit er zo nu en dan een technische zandstrook in, maar dat is het dan wel. Tijdens deze tochten kun je op flinke snelheid gravellen. FlandersGravel is wel echt the next level. Afdalingen die mountainbikewaardig zijn, kasseienstroken die verdomd zwaar omhoog gaan, en gravelstroken vol keien en kuilen.
De routes zijn een mooie combinatie van Vlaamse kasseien, pittige gravelstroken, klassiekers zoals de Oude Kwaremont en Koppenberg, en van het Vlaamse platteland. Nu vind ik mezelf best technisch en heb ik toch wel een goede conditie, maar dit was echt afzien. Onderweg stond het huilen me soms nader dan het lachen, ik voelde me alsof ik was overreden door een vrachtwagen (en dat kreeg dan ook iedereen te horen). Maar op de Coppenberg kreeg ik vleugels en ik zou me zo weer inschrijven voor een volgend event. Want wat is dit gaaf!
En ja, I survived Flanders Gravel!
Meer info op https://www.flandersgravel.cc/the-event.
Yvonne zegt
Die “heel veel modder” klinkt voor mij persoonlijk niet persé goed, haha.. maar ik kan zien dat jij jezelf weer uitstekend vermaakt hebt. Schitterende, heldere foto’s ook. Met een zonnetje is altijd alles nóg beter.
Janet zegt
Wow, die modder lijkt me inderdaad wel erg heftig hoor. Voor de rest ziet het er vooral erg leuk uit.
Aniek zegt
Ja, was een hele gave tocht! Maar de modder…. dat was iets teveel van het goede.