Het is de oudste stad van Nederland. Niet vreemd dat er in de stad heel wat te zien is. Samen met het Gilde Nijmegen kan je een stadswandeling maken die je door 2000 jaar geschiedenis en langs de mooiste plekjes van Nijmegen voert. Ik ga vandaag op zoek naar de verhalen over Nijmegen en het hertogdom Gelre.


Stadswandeling door Nijmegen
In de zon sta ik bij de Nijmeegse Stevenskerk te wachten. Ik heb net geluncht bij Bairro Alto – een fijne lunchplek verscholen achter de Grote Markt en een echte aanrader overigens – en kijk nu uit naar een wandeling door het stadscentrum. Deze start in de Stevenskerk, waar gids Erik al staat te wachten.
Bij een kaart waarop het Graafschap Gelderland is afgebeeld vertelt hij: “Het Graafschap Gelre omvatte een gebied van Elburg tot aan het Limburgse Echt en delen van het huidige Duitsland.” Het Kwartier van Nijmegen, daar zijn we nu, in het Rivierenland.
Tip: Nog meer leuke stedentrips in Nederland vind je in deze blog van watzijzegt.com.

Sint-Stevenskerk
In de stad zie je al snel de toren van de Sint-Stevenskerk opduiken boven de daken. De kerk was niet altijd zo indrukwekkend. Onder Graaf Otto II van Gelre werd in 1254 begonnen aan de bouw van een kleine romaanse kerk gewijd aan Stephanus, de eerste christelijke martelaar. Rond 1326 kreeg de Sint-Steven ook een toren en daarna is de kerk nog heel wat keren verbouwd en vergroot. Erik laat foto’s zien hoe de toren van de kerk na bombardementen in 1944 instortte.
In de kerk ontdek je de geschiedenis van Nijmegen. We staan nu bij de grafsteen van Catharina van Bourbon. Zij was van 1465 tot 1469 als echtgenote van Adolf van Egmont de hertogin van Gelre. Catharina is prominent begraven in de kerk, in een tombe op het koor voor het hoofdaltaar. Dit is te danken aan de flinke som geld die zij naliet en waardoor de Stevenskerk werd verheven tot kapittelkerk.


De grafkist van Catharina van Bourbon
In de vloer van de kerk zie je nog meer grafstenen. Een graf in de kerk zorgde natuurlijk voor een grotere status dan een op het kerkhof. Deze graven zijn overigens allemaal weggehaald, alleen Catharina ligt nog in de crypte. “Niet meer in de kerk zelf”, vertelt Erik,”haar plaats heeft ze af moeten staan.” We dalen de trappen af naar de crypte onder de kerk. Bijzonder, want hier komt je alleen met een gids, zoals wij nu met het Gilde.
We zien in de kelder hoe zich hier vroeger de grafkisten onder de vloeren van de kerk bevonden. Niet heel hygiënisch, of fris ruikend, zoals je je kan voorstellen. De enige kist die er nu nog staat is die van Catharina van Bourbon. Bijzonder is dat Catharina een kist had met puntdak. Zo konden ze geen andere kist boven op de hare zetten.

Een relikwie als toeristentrekker
Weer boven zien we hoe de reformatie de kerk heeft veranderd. Nu is het een sobere wit gepleisterde kerk, maar voor de reformatie was de kerk uitbundig en kleurrijk gedecoreerd. Dankzij de vele gilden in de stad die hiervoor betaalden waren er maar liefst 32 altaren in de kerk. Deze zijn nu weg. Net als het grootste deel van de vele houtsnijwerken en fresco’s die de kerk ooit sierden en die tijdens de beeldenstorm zijn verdwenen of vernietigd. Alleen op sommige plekken van de kerk zie je nog restanten van originele schilderingen.
Bijzonder zijn ook de kroonluchters met kaarsen, waar Erik ons op wijst. “Ze stammen uit 1640 en zijn ook te danken aan de gilden die ze aan de kerk hebben geschonken.” Overigens wel in opdracht van de stad, want het stadsbestuur zelf kon de kroonluchters niet betalen.
Zo zien we ook een relikwie van Albertus Magnus, die de huidige kerk in 1273 heeft gewijd. Of het echt een relikwie van Albertus bevat is maar de vraag, maar dit kleine kistje bleek de redding van de kerk. “Want op relikwieën kwamen pelgrims af, en pelgrims waren het equivalent van de hedendaagse toeristen. Zij verbleven in hotels, aten in de stad en brachten dus heel wat geld in het laatje.”

Latijnse School
Eenmaal buiten zien we naast de kerk aan het Sint-Stevenskerkhof de Latijnse School. Het is een prachtig gebouw in vroeg-renaissancestijl, waar tegenwoordig een stedenbouwkundig adviesbureau is gevestigd. Het is het oudste schoolgebouw in Nijmegen. De kanunniken zorgden voor de dienst in de kerk, maar verzorgden ook de opleidingen. Op de gevel zie je naast het stadswapen ook de Tien Geboden en daarboven staan de twaalf apostelen.
Dan lopen we langs de zogenaamde kanunnikenhuisjes. Dit rijtje huizen werd in de 15e eeuw gebouwd voor de kanunniken van de Sint-Stevenskerk. “In de negentiende eeuw werden veel van de stadsmuren en poorten afgebroken. De rijkere inwoners gingen buiten de stad wonen, en de wijken rondom de kerk verloederden.” wordt ons verteld. Nu is het moeilijk voor te stellen. Rondom de kerk ontdek je veel cafés en kleine antiekwinkels in mooi gerestaureerde panden.
Zo zien we ook Café in de Blaauwe Hand, het oudste café van Nijmegen. Vroeger kon je geen water drinken in de stad. Er zouden maar liefst 33 brouwerijen zijn geweest. Nijmegen is dus zeker een Bourgondische stad, want ook tegenwoordig vind je in Nijmegen nog 13 brouwerijen. Tijdens de rondwandeling lijkt het alsof de halve stad op het terras aan een drankje zit en van de zon geniet.
Waaggeld en een zwarte geschiedenis
We lopen voorbij de Waag. Producten die in de stad werden verhandeld, zoals de verse vis aan de Waalkade, het koren of groenten, konden hier worden gewogen in het waaggebouw. Handelaren sjoemelden namelijk nogal eens met afgeschaafde gewichten en over alle gewogen goederen moest men waaggeld afdragen, dus de stad verdiende er ook nog eens goed mee. De grote poorten in het gebouw waren bedoeld om karren naar binnen en weer naar buiten te laten rijden. “Als garnizoensstad zat hier ook de militaire hoofdwacht”, weet gids Erik ons te vertellen.
“In de Middeleeuwen stond hier een schandpaal en een draaikooi. Kwam je hier, als overspelige vrouw bijvoorbeeld, in terecht, dan mocht iedereen een draai aan de kooi geven. Iets verderop stond het schavot, voor de onthoofdingen.” De gids vertelt maar door. De blauwe steen op de weg was onderdeel van de rechtspraak. Hier werden kleine straffen uitgevoerd, Het afhakken van een vingers bij meineed.
Toch is dit niet het meest zwarte randje van de stad. Nijmegen heeft flink geleden onder de bommen van de Tweede Wereldoorlog. De Waalbrug en een aantal andere bruggen werden opgeblazen. In de stad zie je vooral het gevolg van de bombardementen door Amerikaanse bommenwerpers in februari 1944. Nijmegen is gebouwd op heuvels, en we lopen constant op en af. Historische gebouwen wisselen af met naoorlogse bouw, op plekken waar de gebouwen de bombardementen niet overleefden. De gids heeft overal foto’s bij, omdat we ons bijna niet kunnen voorstellen hoezeer de stad heeft geleden.


De ruïnes van het Valkhof
Dan komen we bij het Valkhof. Niet het museum, maar het grote stadspark in Nijmegen. Op een van de heuvels aan de Waal heeft Karel de Grote hier een burcht laten bouwen, waar hij kon verblijven als hij rondtrok. De immense burcht werd helemaal verwoest, maar we kunnen er nog een kleine maquette van bewonderen. Je moet wat fantasie hebben om je voor te stellen hoe het er ooit heeft uitgezien. Het tufsteen van het kasteel werd verkocht als bouwmateriaal en op de vrijgekomen plek werd een stadspark aangelegd.
Je kan nog een klein overblijfsel van het Valkhofkasteel zien, de Barbarossa-ruïne of Sint-Maartenskapel. Dit deel van de ruïne is de halfronde apsis. Dan komen we uit bij de St. Nicolaaskapel, een van de weinige resten van de Valkhofburcht die er nog over zijn. Het is een achtkantige kapel die ooit tegen de burcht aan stond. Zo kon men via het kasteel direct naar de kapel voor de dienst. Het staat nu in het stadspark en je kan vanaf dit punt genieten van een prachtig uitzicht op de Waal.

De Waalbrug en een Sunset March
Wij sluiten de stadswandeling af met uitzicht over de Waalbrug, die in 1936 werd geopend door koningin Wilhelmina. Voor die tijd moest iedereen met een pontje oversteken tussen Nijmegen en Lent.
In de verte kijken we uit op de brug De Oversteek. Vlakbij dit punt zijn op 20 september 1944 Amerikaanse militairen van US 82nd Airborne de Waal overgestoken. 48 geallieerde militairen zijn hierbij omgekomen. Hierom staan er 48 paren lichtmasten op de brug. Rond zonsondergang worden deze lichtmasten, paar voor paar, op marstempo ontstoken. Iedere dag loopt een veteraan mee in het tempo waarin de lichten aangaan. De Sunset March is dit. Maar de verhalen over de bevrijding, die hoor je het best tijdens een andere wandeling, zo vertrouwt Erik ons toe.


Stadswandeling door het Gilde
Tot en met 18 augustus 2018 kan je iedere zaterdag (met uitzondering van 14 juli) aansluiten bij de Stadswandeling: Nijmegen en het hertogdom Gelre. De rondleiding wordt georganiseerd door het Gilde Nijmegen en deelname kost € 1,- p.p. Het Gilde organiseert nog veel meer rondleidingen, zoals een tour langs de verborgen plekjes in de historische stad, een Bombardementswandeling en een stadswandeling met als thema de Bevrijding van Nijmegen. Met een bevlogen gids, die veel weet te vertellen over de stad, zonder dat het droge feitjes worden. Zo leer je echt de mooie verhalen over de stad kennen!
Ik nam deel aan de stadswandeling op uitnodiging van het Erfgoedfestival.
Ga je liever de natuur in? Wanda liep de N70 natuurwandeling in Berg en Dal, vlakbij Nijmegen. Een mooie route van zo’n 16 kilometer.
Je kunt ook De Walk of Wisdom lopen, is een door de natuur geïnspireerde pelgrimsroute van ongeveer een week start en eindigd in de St Stevenskerk.
Dat de Sunset March per paar aangestoken worden, is omdat het om technisch niet lukte ze een voor een aan te steken. Men heeft het geprobeerd maar dat ging helaas niet. Niet ieder veteraan heeft zich verdiept in de 48 heren die daar zijn gesneuveld. Het ligt dus helaas aan welke veteraan die avond hem loopt.
Gemiddeld is een stadswandeling € 5,- p.p. voor kinderen is het € 2,- p.p met min van 4 personen