Na de rustige start van gisteren, de fietsroute van Vlissingen naar Zierikzee, staat er vandaag een route van 109 kilometer op de planning. Ik fiets namelijk verder van Zierikzee naar de Biesbosch. Een dag vol water. Dat van de Oosterschelde, het Watersnoodmuseum, de Volkeraksluizen en uiteindelijk de Biesbosch.


Het water, de storm, de stilte
Vanaf Zierikzee fiets ik langs de Oosterschelde, over een smal fietspad benedendijks. Schapen lopen over de dijk en windmolens draaien vlot rond. De wind is pittig, maar het water is relatief rustig. Hoe anders dit ook kan zijn zie ik na een kilometer of 8. Direct op de dijk liggen vier enorme betonblokken, het zijn de caissons die na het springtij in 1953 werden gebruikt om het stroomgat in de dijk te herstellen. In de betonnen gebouwen is het Watersnoodmuseum gevestigd. Het museum is zo vroeg op de ochtend nog gesloten, maar ik loop een rondje over het terrein en zie naast het museum een monument, gemaakt door kunstenaar Gust Romijn. Een ranke zuil, met hoog boven mij golven die aangeven hoe ontzettend hoog het water is gekomen. ‘Het water, de storm, de stilte’ is op het monument te lezen.




Over en onderlangs de dijk fiets ik verder. De wind trekt aan en er komt steeds meer golfslag op het water. De lucht wordt langzaam steeds donkerder en even denk ik dat er onweer op komst is. Ik trap even extra snel door. In het water liggen de netten van mosselkwekerijen en in de vluchthaven Zijpe liggen vissersboten.




Sluizen
Op een kleine bui na houd ik het droog. In Bruinisse is het nog rustig. Ik fiets een klein rondje door het dorp voor ik aansluit bij de rij voor de Grevelingensluis. Het is wachten op de boten die door de sluis willen varen. Zodra het hek open gaat sjezen scholieren me voorbij. Stuk voor stuk hebben ze een e-bike, zo snel dat ik ze op mijn racefiets niet bij kan houden. Wil ik overigens ook niet, want op de Grevelingendam naar het schiereiland Goeree-Overflakkee vind ik een mooi plekje om even iets te eten.
Na Oude Tonge fiets ik door de Krammerse Slikken, een klein onderdeel van het natuurgebied Krammer-Volkerak. Vanaf het fietspad zie ik veel kustvogels tussen het groen. De slechtvalk, die hier ook zit, laat zich vandaag niet zien. Even verderop, aan het einde van het natuurgebied is een kleine sluis.



Die is niets vergeleken bij de grote Volkeraksluizen, waar ik iets later via de Hellegatsplaten voorbij fiets. Het grootste binnenvaartsluizencomplex van Europa is een komen en gaan van boten. Jaarlijks zijn dit er bijna 150.000, vandaag een aantal honderden. Vanaf het fietspad kijken pauzerende fietsers hoe de boten langzaam de sluizen binnenvaren, die het Hollandsch Diep van het Volkerak scheiden.


Stad van Willem van Oranje
Niet lang hierna fiets ik Willemstad binnen, de stad van Willem van Oranje. Ik fiets een rondje langs het Raadhuis, het Mauritshuis en de Koepelkerk. Het is echt een prachtig historisch stadje, met monumentale panden en historische straten. Willem van Oranje maakte van het stadje aan het Hollandsch Diep, dat toen nog Ruigenhil heette, een versterking. Het stadje was namelijk een uitstekende plek om de scheepvaart tussen Holland, Zeeland en Antwerpen te beheersen. Zelfs Napoleon bouwde er verdedigingswerken.



Vlak na Willemstad is een bijzonder kunstwerk ter nagedachtenis aan een dijkdoorbraak tijdens de Watersnoodramp. Bijzonder, want het is niet een kunstwerk zoals je dit zou verwachten, een beeldhouwwerk of plaquette. In plaats hiervan is het een 8 meter hoge aangelegde piramide-achtige kleiberg, begroeid met gras. Precies op de plek waar de dijk doorbrak tijdens de Watersnoodramp in 1953. Via paden die over het kunstwerk slingert, kun je het kunstwerk beklimmen. Vandaag is het werk echter het domein van van grazende schapen.


Op naar de Biesbosch
In het dorpje Lage Zwaluwe haal ik snel nog wat boodschappen, voor ik op zoek ga naar het voetveer dat me naar het Nationaal Park de Biesbosch brengt. Het is even zoeken naar de aanlegsteiger, die op de parkeerplek van een restaurant blijkt te liggen. De kaartautomaat van het pontje is kapot, ik hoop dat ik op de pont kan betalen. In de volle zon wacht ik tot het pontje aan komt varen. bloedheet is het inmiddels. Misschien zijn er hierom ook geen andere fietsers, want normaal gesproken staat het hier bij goed weer rijen dik, wordt me later verteld.



Al snel fiets ik tussen de Nieuwe Merwede en het Noordergat van de Visschen. In de brandende zon, met links en rechts alleen water en een wijds uitzicht. Andere fietsers zijn er amper, ik heb de natuur voor mezelf. Ik zou direct naar de camping kunnen fietsen, maar in plaats hiervan fiets ik kriskras door het Nationale Park, via het Museumeiland en over smalle wegen. Wat is het hier prachtig!




En dan ineens, tok, komt er iets tegen mijn fietsbril aan. Een stekende pijn in mijn oog. Ik knijp mijn remmen vol in en stap van de fiets af. Nu ben ik wel wat pijn gewend, maar dit is echt vreselijk. Ondanks mijn grote fietsbril is er een wesp, een steekvlieg misschien, achter mijn fietsbril gevlogen en heeft me in mijn ooglid gestoken. Gelukkig heb ik sinds ik een keer een allergische reactie heb gekregen op insectensteken altijd antihistamine bij me op een lange fietstocht. Maar toch wordt mijn oog dik en blijft het pijn doen. Ik zoek de kortste weg naar de camping en zet mijn tent op, het s genoeg geweest voor vandaag.
Het mooiste campingplekje
Dit bijzondere plekje maakt gelukkig veel goed. Ik heb namelijk een plekje gevonden op Natuurkampeerterrein de Knotwilg, direct aan het water. Hier zie ik ’s avonds de zon ondergaan en slaap ik heerlijk, terwijl er langzaam, heel langzaam, al een paar onweersbuien mijn kant op komen.

Fietsen van Walcheren naar de Waddenzee
Deze fietsroute is beschreven door Marica van der Meer in de fietsreisgids Fietsen van Walcheren naar de Waddenzee. Van de provincie Zeeland voert de route via de Deltawerken naar Willemstad. Vervolgens Via de Biesbosch in Brabant en via kleine vestingstadjes van de Hollandse Waterlinie naar Nijmegen en Arnhem. Vanuit het dal van de Rijn bereik je het Nationale Park de Hoge Veluwe. En tot slot fiets je via verschillende Hanzesteden naar het Nationaal Park Weerribben-Wieden. Via het Friese Tjeukemeer en kleine Friese stadjes eindigt de route in Harlingen, bij de Waddenzee.
Voor ieder deel van de route zijn er tips voor overnachtingsadressen en is er interessante toeristische informatie over de regio. Marica interviewt ook enkele mensen die zij onderweg tegenkomt. Achter in het boek staan topografische kaarten. Fiets je liever met GPS, dan kun je een GPS track downloaden.
Mooie tocht. En inderdaad bijzonder dat kunstwerk, dat valt wel op!
Verder staat de Biesbosch ook nog op mijn lijstje. Ik was er laatst vlakbij, maar hield het toen bij het prachtige Dordrecht, maar ik ga er zeker nog een keer naartoe, al was het alleen maar omdat de hele voor- en achternaam van mijn dochter in het woord Biesbosch zitten (en ik daardoor altijd moet kijken of ik het wel goed schrijf), hihi.
Dat van die wesp klinkt echt heel kut zeg! Gelukkig maakte het fijne plekje om te overnachten veel goed, maar dat was natuurlijk geen fijn einde. Echt pijnlijk! Ik vond het al pijnlijk toen ik ooit op een wesp ben gaan zitten, laatst staan je oog. Het klinkt wel weer als een mooie tocht. Ik zou ook wel eens naar de Biesbosch willen
Ik ben de laatste tijd fietsen toch meer gaan waarderen. Ben toch altijd meer een wandelmens geweest (en nog steeds wel). Het ziet eruit als een mooie route. Willemstad lijkt me gaaf met z’n rijke geschiedenis.
Je kunt tijdens het fietsen veel meer zien op een dag en het is heerlijk ontspannen 🙂
Heftig dat je gestoken werd door een wesp…kan echt zo’n pijn doen, laat staan op je ooglid. Auw!! Mooie route zeg en respect dat je zo ontzettend veel kilometers op een dag fietst. De Biesbosch ben ik nog nooit geweest, lijkt me erg mooi!