BEAT Strikhedonia: mijn eerste 400 kilometer ultrafietstocht
Mijn eerste 400 kilometer ultrafietstocht, het werd er wel eens tijd voor. Het plan was om de 400 kilometer grens al eens eerder over te gaan, maar corona gooide roet in het eten toen hierdoor alle georganiseerde tochten werden geannuleerd. Geen probleem, dacht mijn fietsclub BEAT, dan organiseren we zelf een coronaproof 400 kilometer ultrafietstocht: de BEAT Strikhedonia400.
Het idee achter de BEAT Strikhedonia400 tocht: fiets individueel of in een tweetal een tocht van 400 kilometer. In één rit, en zonder hulp van buitenaf. En zodra je de 400 kilometer aantikt, heb je de Strikhedonia cultstatus bereikt. Klinkt als iets voor mij, was het eerste wat ik dacht toen ik van het plan hoorde.
De route
Ik schrijf me in en denk daarna pas na over dat kleine detail; dat 400 kilometer fietsen best een eind is. Maar goed, de 330 heb ik ook al eens gehaald, dus ik hoef alleen maar een paar uur langer door te fietsen. Toch? Mijn fiets staat al in de woonkamer, mijn bikepackingspullen liggen ook al klaar om op pad te gaan. Het enige wat ik nog nodig heb is een route.

In eerste instantie heb ik wilde plannen. In Maastricht starten, en dan door Duitsland, België en Luxemburg weer terug naar Maastricht fietsen. Of een Noord-Zuid route, van Zuid-Beveland naar Noord Groningen. De gesloten grenzen gooien roet in het eten voor plan A, de inzet van bussen door de NS zet een streep door plan B. Ik besluit het simpeler te houden. Ik plan een route vanaf mijn voordeur, en bekijk hoeveel van Nederland ik kan ontdekken voor ik na 400 kilometer weer bij mijn voordeur sta. Al snel heb ik via Komoot een route gemaakt.
Wachten op vertrek
Onverwacht blijken de uren voor ik überhaupt op pad mag gaan, het zwaarst. Volgens de regels moet ik op zaterdag klokslag 12 uur ’s middags vertrekken. Om 10 uur sta ik al klaar, fiets gepoetst en tassen ingepakt. Maar ik mag nog niet vertrekken. De minuten slepen zich voort, maar dan mag ik eindelijk op pad.

Ik heb de hele route uitgetekend, dus ik hoef alleen mijn gps te volgen. Eerst richting Amersfoort, maar voor ik de stad in fiets buig ik via de Galgenberg rechtsaf naar Leusden en Barneveld. Ik fiets over het gravel van de Hoog Buurloseweg naar Radio Kootwijk. Een heerlijk pad waar uiteindelijk het monumentale gebouw van Radio Kootwijk in zicht komt. Challenge of niet, ik neem toch altijd de tijd voor de toeristische hotspots. Terwijl mountainbikers mij voorbij snellen, geniet ik even van het uitzicht.
Op zoek naar water
Voor het eerst heb ik een heel eetplan gemaakt. Ieder half uur iets eten, zodat ik genoeg koolhydraten binnenkrijg om de hele tocht vol te houden. Mijn fietstassen zitten (naast een slaapzak en kleding) dan ook vooral vol met voedsel. Zo hoef ik onderweg eigenlijk alleen maar waterpunten te zoeken. En met hulp van Komoot heb ik de route langs een aantal plekken laten lopen waarvan ik weet dat ik water kan tappen, ideaal.

Nationaal Park Sallandse Heuvelrug
Ik volg een kronkelend en mooi glooiend fietspad door door de Boswachterij Ugghelen, en ben dan ineens al Apeldoorn en Deventer voorbij. Nu volgt een mooi stuk van de route, zo weet ik. Ik fiets dwars over de Sallandse heuvelrug (waar ik eerder al de mtb-paden verkende), en heb tijdens het fietsen prachtig uitzicht over een groot deel van de heuvelrug. En het fietsen, dat is hier mooi. Over fijne gravelpaden, prima te doen op mijn racefiets.


Ik maak nog een lus en fiets dan over een prachtig fietspad dat door de boswachterij Hardenberg slingert, langzaam wat zuidelijker. Ik houd de Duitse grens links, en fiets via het Natuurreservaat Engbertsdijksvenen, Tubbergen, een mooi stukje door Overijssel.

Op 200 kilometer
199,8… 199, 9… 200! Halverwege. Hier blijkt maar weer dat een lange tocht niet alleen fysiek zwaar is, maar dat het vooral een mentale beproeving is. Als ik 200 kilometer fiets, ben ik het laatste uur moe, wil ik bij de finish zijn om onder de douche te stappen. Nu denk ik, ‘he, ik ben al halverwege, dat gaat goed’. Beperkingen zitten dus vooral in je hoofd, zo blijkt. Want als je vooraf besluit dat je die 400 kilometer kunt fietsen, kan je het ook. Tenminste, ik ben al halverwege en het voelt goed.
Fietsen door de nacht
Ik had eigenlijk gepland om op zaterdag minimaal 200 kilometer te fietsen om vervolgens een slaapplek te zoeken. Maar het fietsen gaat voorspoedig, dus ik besluit nog even verder te fietsen. Het is druk op de weg. Wat illegale coronafeestjes her en der, zo te horen. Dan vind ik in de buurt van Haaksbergen in het bos een mooie slaapplek. Een tafel en bankje, goede beschutting tegen de wind dus. Hier kan ik mijn slaapmat een uurtje of 2 uitrollen om even uit te rusten. Het is doodstil, op wat blaffende honden in de verte na. Boven me schitteren de sterren.
In alle vroegte op pad
In alle vroegte fiets ik weer verder, door Groenlo. Ineens valt mij Wahoo uit, de accu blijkt leeg. Nu is dat na bijna 300 kilometer niet zo gek, maar ik had verwacht nog even een waarschuwing te krijgen. Niet dus. (note to self: op tijd je Wahoo opladen). Ik hang hem aan de powerbank en na 5 minuten laden kan ik weer verder, maar mentaal is het wel een slag. Niet om die 5 verloren minuten, maar wel omdat de kilometerteller weer bij 0 begint. Ik weet dat ik al heel ruim over de helft ben, maar mentaal voelt het toch even alsof ik weer helemaal opnieuw moet beginnen.

Zondagochtend. Alles is gesloten. Er is geen tankstation open, en er is al helemaal geen coffee-to-go. En trouwens, ook geen wind mee meer. Ik heb volle wind tegen en het ergste is dat ik weet dat dit de hele dag niet meer gaat veranderen.

Nationaal Park Veluwezoom
Gelukkig wordt dat snel goed gemaakt. In Nationaal Park Veluwezoom fiets ik de Rozenbos-Holleweg omhoog. Dit is toch wel één van de mooiste routes naar de Posbank. Ik fiets onder het bekende houten voetgangersbruggetje door en iets later zie ik in de verte een boomstronk. ‘Jaja’, denk ik nog bij mezelf. ‘Iedere keer dat ik een boomstronk zie, denk ik dat het een dier is, maar dat valt altijd tegen.’ Ik besteed er geen aandacht aan, tot ik dichterbij kom en de boomstronk ineens beweegt. En begint te grommen. Ik knijp in mijn remmen. Het is een wild zwijn!

Grommend staat hij voor me, midden op de weg. Met naast hem, zo zie ik nu, nog een stuk of 6 andere zwijnen, en talloze kleintjes. Ik heb geen keus, ik moet voorbij de zwijnen, dus er zit niets anders op dan wachten. Ik blijf op een afstandje staan en na een paar vervaarlijke grommen rennen de zwijnen, met de kleintjes in hun kielzog, het bos in. Mijn dag kan niet meer stuk.
Koffie bij De Proloog
Langzaam fiets ik verder, na even bij het uitzichtpunt uitgerust te hebben. Over de dijk bij Wageningen, door Rhenen – waar de Grebbeberg die normaal prima te fietsen is, na 350 kilometer toch echt een stuk pittiger voelt. Via de Plantage Willem III fiets ik naar Amerongen, want ik weet dat er hier heerlijke cappuccino op me wacht. Bij De Proloog, waar iedereen juist wacht op de finishers van de Race Around the Netherlands. Tja, dan lijkt mijn tocht ook maar kort.

Het venijn zit hem ook vandaag in de staart. Over de Lekdijk en langs de uiterwaarden, waar de wind nog steeds vol tegen staat, fiets ik richting Wijk bij Duurstede. Langs de appel- en perenbomen bij Werkhoven, en vervolgens via de Achterdijk weer naar Utrecht. De vaste route, ik heb hem al zo vaak gefietst, maar nu moet het even uit mijn tenen komen. Inmiddels heb ik ook last van zadelpijn, het was te verwachten bij zo’n lange rit. Maar dan komen de bordjes Utrecht in zicht. Ach, dat laatste stukje lukt ook nog wel!
Iets later fiets ik mijn straat in. Het zit erop, of toch niet! Door mijn uitgevallen Wahoo heb ik niet de volledige afstand op het schermpje van de gps staan. Een snelle berekening leert dat ik rond de 399,7 zit. Voor de zekerheid maak ik een extra lusje door de wijk. En dan zit de Strikhedonia400 er op. Ik voel me nog verrassend fit. Eigenlijk is het best leuk, zo’n monstertocht. Op naar de volgende?
Wat een prestatie Aniek! En zeker met alles gesloten en die wind tegen op zondag. Knap dat het je gelukt is. Dat beperkingen in je hoofd zitten herken ik ook van hardlopen: waar eerst 10 min achter elkaar een hele opgaaf lijkt als je net start, is het een paar weken later “op de helft” en ren je zo door tot 20.. Maar goed: 400 km fietsen doe ik je niet na, met of zonder beperkingen in m’n hoofd. 😉
Wow…400 kilometer!? Respect hoor! Mij niet gezien zo’n monstertocht, haha. Wat tof dat je wilde zwijnen zag bij de Veluwezoom. Die heb ik nog nooit in het wild gezien in Nederland.
Ik ook niet, daarom moest ik hier echt 4 keer kijken tot ik het zelf geloofde 😉
Wauw, wat een ontzettend mooie omgeving zeg! Maar wat aan afstand weer! De wilde zwijnen zijn ook wel tof om eens te zien