Spectaculaire uitzichten, beklimmingen waar je niet zonder bergverzet omhoog komt en typisch Oostenrijkse bergweiden. Wielrennen in Salzburgerland, en dan specifiek in de omgeving van Viehhofen, levert mooie vergezichten op, maar je moet er wel voor werken. Ik verken het fietsgebied rondom de berg Hochkönig in de Berchtesgadener Alpen. Het hoogtepunt van de week is wel de Großglockner Hochalpenstraße te fietsen.
Wielrenweek in Oostenrijk
“De app zegt dat er morgenochtend 30% regenkans is, maar de hoeveelheid water valt mee. Prima fietsweer dus! Pas bij 70 of 80 procent moet je je zorgen maken.” Joost is duidelijk, morgen wordt een prima fietsdag. Het interpreteren van de weer-apps is niet makkelijk. In de bergen kan het weer sowieso ieder moment veranderen, maar je moet ook nog eens weten op welke kenmerken je moet letten. Gelukkig hebben wij deze week een gids bij ons, Joost van Sportchalet Viehhofen.
Toen ik 2 jaar geleden in Viehhofen ging skiën, in het Skicircus Saalbach-Hinterglemm-Leogang-Fieberbrunn, verzuchtte ik al “Hier wil ik ook wel een keer fietsen”. Zeker toen ik hoorde over de Großglockner Hochalpenstraße en de andere mooie tochten die je kunt kan maken. Na een mailtje van Sportchalet Viehhofen dat Joost een wielrenweek organiseert, meld ik mezelf en mijn vriend meteen aan. En zo staren we nu in Viehhofen naar een scherm waar de etappe van morgen te zien is en dus ook de weersvoorspelling.

Fietsen naar de Pillersee
De ochtend erna sta ik al vroeg bij mijn fiets. De skiraum van het appartement is omgetoverd in bikeroom. Waar normaal de ski’s en skischoenen staan, vind ik nu mijn weg tussen tassen met wielsets en staan de fietsen klaar voor de eerste fietsdag. Die is relatief rustig. Vandaag fietsen we namelijk met onze kleine 4-persoons groep naar de Pillersee. Een rondje van zo’n 100 kilometer, met 1000 hoogtemeters is het niet te zwaar.
De route voert door typische Oostenrijkse landschappen. Kleine dorpen en bergweiden met koeien, die voor geen goud voor fietsers aan de kant willen gaan. (zie de video onderaan deze blog!) Ook al is het heuvelachtig en fietsen we constant op en af, door plaatsen als Sankt Martin bei Lofer en Waidring, echt zwaar is het nooit. Al wordt er flink doorgetrapt, ik kan genieten van het landschap. En bij de lunchplek aan de Pillersee kan de apfelstrudel natuurlijk niet missen.

Met dat eten zit het in Oostenrijk sowieso wel goed. ’s Avonds eten we iedere dag bij restaurant Die Schmiede. Eerst een drankje zoals een Holundersaft mit Sodawasser of een sportbier, en hierna echte Oostenrijkse gerechten. Kaspress-suppe of Nudelsuppe, een Gemüsepfanne met Parmesan, Kartoffeln und Spiegelei, een Rindfleischburger, of de echt regionale Pinzgauer Kasnockn. Dit laatste zijn huisgemaakte Spätzle met kaas van de lokale Molkerei Pinzgau Milch. Heerlijk hoor, maar licht is de keuken hier zeker niet.
Regenrit en Klimtijdrit Hecherhütte
De klimtijdrit Hecherhutte is een dingetje. Een paar inwoners van Viehhofen kijkt ons na. “Daar gaan weer een paar van die gekken naar boven.” Ze zijn het wel gewend hier. Iedereen die bij het sportchalet komt fietsen, fietst ook de tijdrit. Of je nu professioneel schaatser of recreatief wielrenner bent. “Als er bijvoorbeeld een schaatsteam op trainingskamp is geweest, wordt ik aangesproken door de buren.” vertelt Joost. ” Er waren weer snelle mannen op bezoek zeker? Ik zag ze omhoog fietsen.” krijgt hij dan te horen. En als ik naar de erelijst kijk wordt er ook serieus hard omhoog gefietst. De klim heb ik 2 jaar geleden al te voet verkend tijdens mijn sneeuwwandeling en ik weet dat het serieus zwaar kan zijn. Ik heb niet het idee dat ik bovenaan de dameslijst kan komen te staan, het volledige nationale shorttrack team heeft hier getraind, net als flink wat marathonschaatsers, maar niet helemaal onderaan de lijst eindigen moet toch wel mogelijk zijn?
De tijdrit stond eigenlijk voor morgen op de planning. Maar omdat het vandaag regent hebben we de planning omgegooid, zodat we de lange tocht en de klim naar de Hochkonig morgen in de zon kunnen doen. Vandaag houden we het op een kort rondje via Maishofen naar Zell am See en Kaprun. In de regen, dat dan weer wel, en hierna is het tijd voor de klimtijdrit. Bidons en zadeltasjes worden van de fietsen gehaald, alles voor het gewicht. Ik heb wat minder hoop op een snelle tijd. Tijdens de verkenning heb ik zoveel last van de hoge luchtvochtigheid dat ik maar omdraai.
Tijdens de tijdrit ga ik er toch vol voor, het is mijn eer te na om langzaam te gaan in een wedstrijd. Dus fiets ik van haarspeldbocht naar haarspeldbocht en pers er een eindsprintje uit wanneer het boven wat afvlakt. Al is dat dan 4 kilometer lang met piepende adem, ik kan nog redelijk doorfietsen en zet een prima tijd neer. Voor vandaag heb ik nu wel genoeg gefietst, ik zit de rest van de dag alleen nog maar in de stube met een alcoholvrij biertje.

Hochkonig
De dag erna is de Hochkönig een van de hoogtepunten uit de fietsweek. Letterlijk, want met zijn 2941 meter is het de hoogste bergtop van de Berchtesgadener Alpen in het Salzburger Land. De eerste kilometers zijn glooiend, maar vlakbij Hinterthal zie ik naast de weg een bord dat een strook van 14% aankondigt. Het is de Filzensattel bergpas, op 1.290 m boven zeeniveau. Gelukkig blijkt het grooste deel van de klim een stuk vlakker te zijn. Na een korte afdaling gaat het verder naar Dienter Sattel op 1370 meter.


Hierna ben ik aan de voet van de Hochkönig. Ik sla linksaf om te gaan klimmen. Er zitten in de 8 kilometer die deze klim lang is een paar steile stukken, maar ik fiets gestaag omhoog. Toch blijkt het echte venijn ook hier weer in de staart te zitten. Een lange rechte weg, waarover Joost later vertelt dat het lijkt alsof ze hier zijn vergeten dat je een bergweg beter met haarspeldbochten aan kunt leggen. De weg gaat steil omhoog en er lijkt geen einde aan te komen. Even doorbijten nog, en dan ben ik bij het Berghotel Arthurhaus. Niet helemaal boven op de berg, maar hoog genoeg voor een mooi uitzicht. Tenminste, dat zou het moeten zijn. Vandaag zijn de bergtoppen in de mist gehuld, dus ik moet het doen met een foto om te zien hoe het uitzicht op goede dagen moet zijn.


In de afdaling begint het te regenen, maar ik merk er amper iets van. Ik ben nu al blij dat ik dit jaar een nieuwe fiets met schijfremmen heb gekocht. Hoe kan ik ooit zonder schijfremmen gefietst hebben? De ergste regen zitten we uit op het overdekte terras van een café, met een kop koffie. Want we hebben toch nog wat kilometers te gaan.

Grossglockner Hochalpenstrasse
De koninginnenrit van de week is de beklimming van de Grossglockner Hochalpenstrasse. Vanuit het dal brengt je klim je naar het op 2504 meter gelegen Hochtor. Eerst staan je wel nog 17 bochten, 32 kilometer en flink wat steile stukken te wachten.
Direct na Zell Am See begint de klim. De aanloop is rustig, zo’n 9 kilometer naar het tolstation Ferleiten, waar iedereen behalve fietsers tol moet betalen. Langzaam verandert het landschap van groen, naar grijs. Minder groen, meer rotsen. Dan beginnen de haarspeldbochten en komt het stijgingspercentage eigenlijk nooit meer onder de 10%. Ik kan niet meer. Mijn benen doen pijn, ik ben op, mijn adem piept. En ik heb nog 12 kilometer te gaan.

Ik zie de top voor mijn gevoel al een half uur, maar hij lijkt niet dichterbij te komen. Ondertussen word ik voorbij gereden door snelle motorfietsen en auto’s die de lucht van een verbrande koppeling achter laten. Bocht na bocht kom ik dichterbij, en dan ben ik bij de eerste top bij de Füschertorl. Het is er druk en koud, dus ik fiets verder, naar de Hochtor op 2504 m.
Eerst is het 2 km afdalen en om eerlijk te zijn baal ik nu al dat ik op de terugweg dit stuk ook weer moet klimmen, met stukken van boven de 11 %. Het is inmiddels flink koud wanneer ik over de open rotsen de laatste 4 kilometer naar de Hochtor fiets. Ik ben uitgeput. Ik durf te zeggen dat ik nog nooit zo kapot ben gegaan tijdens een beklimming. Maar de uitzichten op Oostenrijks hoogste berg de Grossglockner maken veel goed.
Tip: lees ook de blog van Is het nog ver over de Silvretta-Hochalpenstrasse in de Oostenrijkse Alpen.


Aan het einde van de dag rijden we – met de auto dit keer – naar de Hecherhutte. Op en top gezelligheid hier, er wordt gelachen, gedronken, en foute muziek gedraaid. Ik herinner me nog wel dat de apres ski hier ook vroeg op gang kwam tijdens het skiseizoen. Na het eten heeft Joost een verrassing. In de Ronde van Oostenrijk wordt de renner die als eerste de top passeert wordt gekroond tot “Grossglocknerkönig”. Wij mogen hier ook aan proeven. Iedereen die vandaag de top heeft gehaald krijg van Joost een miniatuurversie van de kilometerpaaltjes die je soms nog langs de weg ziet staan. Met hierop de Großglockner Hochalpenstraße én het sportchalet. Dat krijgt een ereplekje in huis.

Fietsen met een gids in Oostenrijk
Ook op reis ga ik vaak alleen op pad, maar fietsen met een gids heeft zo zijn voordelen. Joost kent de mooiste routes, kleine weggetjes door de weilanden en lange beklimmingen. Hij denkt voor je na over het weer en fietst de routes mee. En een verzorgd trainingskamp waar ‘s ochtends het ontbijt klaar staat en ’s avonds het diner verzorgd is, is stiekem ook wel zo fijn. Ik boekte deze week bij sportchaletviehhofen.com.

Geef een reactie