Finishen op het Piazza del Campo. Alleen daarom zou ik al naar Siena afreizen. Ik ben een lang weekend in Siena om de profkoersen van de Strade Bianche mee te maken én om zelf de Gran Fondo Strade Bianche te fietsen. En wat geniet ik van de prachtige landschappen in Toscane, van de eindeloze witte gravelwegen en van een epische Gran Fondo.
Kennismaken met de witte wegen
Het historische centrum van Siena zindert van de spanning. Overal om me heen zie ik wielerliefhebbers, racefietsen en teamauto’s van profploegen. Ik adem de frisse lentelucht in en kan het fijne witte stof van de gravelstroken al bijna op mijn armen voelen. Kippenvel heb ik al overigens, want wat is het bijzonder om hier te zijn. Dit weekend ben ik niet alleen toeschouwer bij de wielerwedstrijd Strade Bianche maar fiets ik zelf ook nog eens de Gran Fondo Strade Bianche.
Na een lange reis vanuit Utrecht besluit ik na aankomst in Siena eerst maar de benen los te gooien. Ik boekte mijn reis bij Wielerbus en al is alles perfect geregeld, het is wel een lange zit. Ik kan dus niet wachten om op de fiets te stappen. Een ritje van 35 kilometer voert me door de Toscaanse heuvels, over met cipressen omzoomde wegen. Zo kan ik alvast kennismaken met de witte gravelwegen van Toscane, de zogenaamde strade bianche, waar ik tijdens de Gran Fondo overheen fiets. De klimmetjes blijken flinke kuitenbijters te zijn, en dat is weer even wennen als je de gravelstroken van de Utrechtse Heuvelrug gewend bent. Maar het is genieten van de glooiende heuvels, pittige klimmetjes, slaperige dorpjes en eindeloze wijngaarden.
Tip: reis je zelf naar Siena, zorg dan dat je zo snel mogelijk een hotel boekt! Hotels zijn dit weekend ver van tevoren volgeboekt, en je wil niet te ver van de startlocatie af zitten. >> vind hier goede hotels.
Toeschouwer bij de wegwedstrijd
De volgende ochtend wandel ik onder een stralende zon en over de meedogenloze Via Santa Catarina naar het Fortezza di Santa Barbara (ofwel het Fortezza Medicea) waar het wielerdorp van de Strade Bianche is opgebouwd. De muziek staat op vol volume en het is een komen en gaan van fietsers. Ik haal mijn startnummer op en krijg een goed gevulde race kit met onder andere een mooi Sportful wielershirt en een windstopper in mijn handen gedrukt. Niet veel later sta ik eerste rang bij de ploegenpresentatie van de wegwedstrijd. Een voor een stappen de damesploegen op het podium. Vandaag staat de profwedstrijd voor de mannen en de vrouwen op het programma en het is bijzonder om deze van dichtbij mee te maken.
Zeker als ik een paar minuten later letterlijk op een paar meter van de startlijn sta, net voor het begin van de koers. Ik zie hoe Annemiek van Vleuten plaatsneemt op de eerste rij en 2 minuten voor de start nog haar vest afgeeft aan de wedstrijdleiding. Pure ontspanning op haar gezicht, dat wil ik morgen ook wel hebben. Er schallen nog een paar aanmoedigingen uit de speakers en dan gaan de vrouwen van start. Niet veel later is ook de ploegenpresentatie en de start van de mannen.
Een dag voor mijn Gran Fondo deelname is het niet slim om mezelf te overbelasten. Ik doe het dus rustig aan en besluit aan het einde van de Via Santa Caterina naar de renners te kijken – de laatste klim naar de finish op het Piazza del Campo. Ik loop het centro storico in, het oude stadscentrum van Siena, en op een groot scherm op Piazza del Campo volg ik de koers.
De vrouwen komen steeds dichterbij. Langzaam hoor ik een golf van gejuich mijn kant op komen. Het weerkaatst tegen de muren van de eeuwenoude paleizen. Ik sta recht onder het 25 meter bord en heb dus perfect zicht op de laatste meters van de koers. Lotte Kopecky en Demi Vollering komen de bocht om en strijden om de winst. Even is het nog onduidelijk, maar het is écht Demi die gewonnen heeft. Nederlands succes op de Via Santa Caterina! En daarna komen de mannen nog in actie. Wat een wedstrijd!
Klaar voor de koers
De avond voor de race loop ik mijn fiets nog een laatste keer na. De begeleiders van Wielerbus helpen me om mijn derailleur nog net iets beter af te stellen, en ik pomp de banden van mijn fiets alvast op. Het startnummer zit netjes opgespeld op mijn shirt, de gelletjes en reepjes zitten in de achterzakjes. Ik ben er dus helemaal klaar voor. (hier vind je overigens een fijne Gran Fondo paklijst en een checklist voor de start)
’s Avonds zit iedereen onrustig aan tafel, tijdens het diner met alle deelnemers van de Wielerbus-reis. Er wordt overlegd over de beste bandenspanning, of je niet toch nog een extra gelletje mee moet nemen, of wat de beste kledingkeuze is. En om eerlijk te zijn begint de spanning bij mij nu ook te stijgen.
Gran Fondo Strade Bianche
Op zondag stap ik al vroeg mijn bed uit. Kort douchen, bidons vullen met sportvoeding, nog één keer alles dubbelchecken en na een snel ontbijt stap ik op de fiets. De start is al vroeg, bij het Fortezza Medicea. Onder Nirvana’s Smells Like Teen Spirit sta ik in het startblok. Ik heb een plekje vooraan weten te bemachtigen, met dank aan Wielerbus. Wel zo fijn, met ruim 6.500 starters. Al heb ik besloten om deze Gran Fondo vooral te genieten en hem niet volle bak te fietsen (ik ben gewoonweg te veel ziek geweest deze maand om nog in vorm te zijn), de meeste Italianen om mij heen denken daar anders over. Iedereen om mij heen is op van de zenuwen.
Tre… Due… Uno… En gaan! Klokslag 8 uur laat ik de muren van het 16e eeuwse Fortezza Medicea in Siena achter me. In de wedstrijdverslagen las ik veel over de chaotische start. Daar was ik misschien nog wel het meest nerveus over. Ik heb 1,5 jaar niet in peloton gefietst, laat staan gekoerst. Maar dan gaan we los. We gaan bergaf de stad uit en na de start is het een kluwen van fietsers die links en rechts voorbij stuiven. Zo nu en dan hoor ik verwoede kreten van attenzione!, destra! of sinistra!, maar tot mijn verbazing valt van de chaos weinig te merken.
Ik probeer me niet op te blazen in het eerste uur en ga dus niet met de snelste renners mee. Wel vind ik al snel een groep die de vaart er goed in heeft. Het parcours gaat het eerste uur vooral omlaag. Hier te snel fietsen wordt later in de wedstrijd afgestraft, het duurt niet lang tot ik al mannen met kramp naast de weg zie staan.
Kuitenbijters
De route van de Gran Fondo Strade Bianche slingert 140 kilometer door Toscane heen. Daarvan is ongeveer 100 kilometer asfalt, de rest is gravel. Op de eerste gravelstrook is het meteen dringen geblazen. Nu laat ik me niet zo snel gek maken, maar het is gemakkelijk om je te laten verleiden door de drukte en de snelle mannen die met een verbeten blik in hun ogen op de eerste gravelstrook af stuiven.
Na de licht golvende start komen nu de eerste hellingen in het parcours. De eerste gravelklim is heerlijk. Niet te steil, van deze witte wegen kan ik echt genieten. Bij een bevoorradingspost pak ik snel een paar reepjes en vul mijn bidons. De bevoorrading tijdens de Gran Fondo is goed geregeld, merk ik. Tafel na tafel is volgestouwd met reepjes, fruit, sportdrank en water. Het is inmiddels goed warm, dus ik trek mijn windstopper uit en stop mijn armstukken in mijn achterzak. Dan snel door, ik wil niet teveel tijd verliezen. De klimmetjes en gravelstroken volgen elkaar nu snel op.
Gravelstroken
De gravelstroken kom ik soepel door. Ik ben wel wat gewend door het veldrijden in de winter, dus ik kan hier relatief veel energie sparen. De meeste stroken liggen er droog en vrij hard bij. Je kunt dus flink snelheid maken, maar het is opletten voor de kuilen en stenen. Ik fiets heerlijk, tot er in de afdaling ineens veel grind ligt en ik slippend de bocht door ga. Wel je hoofd erbij blijven houden, spreek ik mezelf vermanend toe.
Ondertussen vliegen de bidons me om de oren. Zo nu en dan zie ik voor me een gravelstrook vol bidons. Dan weet ik dat ik uit moet kijken omdat er waarschijnlijk kuilen in de weg zitten. Met een beetje slalommen kom je dan naar het einde van de strook zonder lek te rijden. Voor me in de afdaling verliest een man plots ook een bidon. Die rolt langzaam naar beneden, precies voor mijn voorwiel. Bunny hop of het grind in sturen? Ik kies voor het laatste en moet flink opletten om niet onderuit te gaan.
Genieten en afzien
Vergeet niet om je heen te kijken, vertel ik mezelf onderweg. Want ik zit zo met mijn hoofd in de koers dat ik soms vergeet te genieten. En wat is het machtig mooi. De Toscaanse heuvels en met cipressen omzoomde witte gravelwegen. De wind die het stof op de grindwegen doet opwaaien. Blauwe luchten en een stralende zon. Zo nu en dan slaperige dorpjes waar je door de bewoners aangemoedigd wordt. In de voetsporen van Gino Bartali en Fausto Coppi fiets je hier, en dat erfgoed is nog springlevend.
Al snel staat er 80 kilometer op de teller. Tot nu toe gaat het vrij soepel. Maar het zwaarste deel moet nog komen, zo weet ik. Ineens komt er een wagen met ‘Fine Gara Ciclistica’ voorbij rijden. Huh? denk ik. Ik zit toch nog ruim binnen de tijdslimiet om binnen te komen? Het blijkt geen einde koers, maar wel het einde van de wegafsluitingen. De wegen worden opengegooid en het is flink opletten. Waar ik eerst de bochten nog scherp aan kon snijden moet ik nu overal opletten op tegemoetkomend verkeer, naast de renners die nog links en rechts voorbij schieten of juist stilvallen op de klimmetjes.
De wind trekt aan, dus ik probeer nog meer dan eerst om goede wielen te vinden. In je eentje tegen de wind inbeuken heeft geen zin. Ik rijd van achterwiel naar achterwiel en probeer me tijdens de klimmen niet te veel op te blazen. Want die vermoeidheid? Die begint nu wel in te kicken. Langzaam voelen mijn benen zwaarder en wordt het klimmen pittiger. Er zitten gravelklimmen bij waar ik vrijwel meteen op mijn lichtste verzet zit. Verstand op nul en blijven trappen is het enige wat erop zit.
Piazza del Campo
Bij de laatste bevoorrading vul ik nog snel een bidon bij. Het eten gaat inmiddels met tegenzin. Ik probeer zoveel mogelijk gelletjes en repen te eten; maar desondanks blijf ik me leeg voelen: de strade bianche hebben me gesloopt. In de verte zie ik Siena al liggen, maar de finish blijkt nog ver weg. Ik sleep mezelf de laatste klimmen omhoog. Harken op het kleinste verzet en boven zo snel mogelijk weer opschakelen om een beetje snelheid te krijgen in de afdaling. Veel te snel begint de volgende beklimming weer. Een uitputtingsslag is het geworden.
Dan zie ik eindelijk in de berm een wit bord met de plaatsnaam Siena staan. Maar de weg blijft afbuigen. Hier nog een extra lus, daar een extra lus. Ik zie op mijn Wahoo dat ik nog best wat kilometers te gaan heb. De finish komt tergend langzaam dichterbij. De enige troost is dat iedereen het zwaar heeft. Ik zie steeds meer mensen afstappen; ook op de minder steile stukken. Iedereen zit er doorheen.
Dan fiets ik eindelijk Siena in over de Via Santa Catarina. Tot de stadspoort is het nog te doen, daarna loopt de weg gruwelijk steil omhoog. De laatste meters naar de finish op Piazza del Campo gaan hier maximaal 21% omhoog, en er zijn meer mensen die lopen dan fietsen. De Italiaanse tifosi, de wielerfans, maakt het niets uit. Ze schreeuwen iedereen omhoog. Dan draai ik het historische plein op. Wat een finish! De pijn van de Gran Fondo ben ik vergeten zodra ik over de klinkers van het Piazza del Campo fiets. Na 138 kilometer Strade Bianche en na 5 uur 40 minuten op de fiets kom ik uiteindelijk als 11e in mijn categorie over de finish. Het was een uitputtingsslag, maar wat was het genieten.
Herinneringen aan witte wegen
Nog dagen nadat het stof is neergedaald en de finish is gepasseerd droom ik weg bij de herinneringen aan het fietsen over de kurkdroge en met cipressen omzoomde gravelwegen. De Gran Fondo Strade Bianche is een onvergetelijke ervaring, of je nu als eerste of als allerlaatste het Piazza del Campo op draait. Het eindeloze witte gravel, de adrenaline van de race, het stof dat opwaait op de Toscaanse wegen. Wat een machtige tocht om te mogen fietsen.
GPX van de Strade Bianche
Heb ji geen zin in de drukte van de GranFondo en wil je de route zelf op een ander moment fietsen? Op deze Komoot-pagina vind je de routes van de Gran Fondo Strade Bianche en de Medio Fondo. Wil je de route fietsen van de heren, die maar liefst 180 kilometer lang is? Dan vind je op Komoot ook deze route. Deze is overigens geschikt voor een kleine fietsvakantie. De route loopt tweemaal door het dorp Buonconvento, bij kilometer 55 en 100. Zo kun je de route dus makkelijk opdelen en fiets je de complete Strade Bianche in 2 of 3 etappes.
Het 138 kilometer langs parcours van de Gran Fondo Strade Bianche volgt de wegkoers voor de dames, en heeft maar liefst 40 kilometer aan grind. Een gravelfiets is geen must, maar goede banden van 25 of 28 mm zeker wel. Ik boekte een verzorgde reis via Wielerbus.nl. De opstapplek was maar een paar kilometer van huis af, ideaal, en mijn fiets kon mee in de bus. Je kunt ook zelf een startbewijs kopen en je eigen reis regelen.
Over Gran Fondo’s
Goed om te weten: Dit artikel bevat affiliate links. Wanneer je een product koopt of boeking maakt via een van deze links, ontvangt Avontuur op Reis een kleine commissie zónder extra kosten voor jou. Foto’s gemaakt door Sportograf.
Marcella zegt
Wauw Aniek, wat een tof avontuur! En ondanks ziek zijn en uitgeput de langste kilometers toch 11e in jouw categorie. Wat ben je een topper!